Gedicht van Joost uit
De Groene Amsterdammer
september 1956 (ingekort)
Vraagt men waarom Bergen wel
't liggend naakt met jarretel
uit zijn midden heeft verdreven?
't is omdat men daar, bedreven
in de schoonheid van 't palet,
juist op zulke dingen let.
En de blanke top der duinen
bloost tot zijn gehelmde kruinen
als zo'n joffer poedelnaakt
grapjes met een handschoen maakt
en de Noordzee vriendelijk bruisend
pootjes wassend, zieltjes kuisend
heeft het ook zo aangevoeld
en de wellust weggespoeld
die het dorp zou kunnen kwellen
dit plastiek met jarretellen
was gewoon van laag allooi
Bergen houdt het liever mooi
KCB was verdeeld
In KCB-kring ontstond onderlinge verdeeldheid over de
kwaliteit van de tentoongestelde werken. De schilders Cees
Boendermaker en Jaap Sax zegden uit protest onmiddellijk
hun KCB-lidmaatschap op, omdat ze de werken te anti
katholiek vonden. Toch was er in kunstenaarskringen ook
een stroming die vond dat de tentoongestelde werken onge
moeid hadden moeten blijven, zoals onder meer de schilder
Jan Ponstijn. Het KCB-bestuur voelde zich genoodzaakt
om een persverklaring uit te geven. Deze verklaring werd
aan de pers, de KCB-leden en aan de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen verstuurd. De verkla
ring kwam erop neer dat de vrijheid van mening (ook van
kunstenaars) gewaarborgd moet blijven en dat het bestuur
niet van tevoren censureert. Ook ligt het niet in de bedoe
ling te kwetsen, zeker religieuze overtuigingen niet, vandaar
de verwijdering van enkele kunstwerken door het KCB-
bestuur. In de toekomst zal het bestuur 'dubbel aandachtig
blijven ten aanzien van volgende tentoonstellingen ter
voorkoming van ongewenste complicaties
Laster en belediging
De vijf kunstenaars voelden zich gekrenkt door de be
richtgeving in de Alkmaarsche Courant. Zij richtten via de
advocaat mr. Proper te Haarlem een verzoek tot de officier
van justitie om de hoofdredacteur van de Alkmaarsche
Courantde heer W. Middelbeek, en de twee journalisten
W. Kok en D.P. van Wigcheren, te vervolgen wegens laster,
smaadschrift en belediging. De artikelen in de krant waren
kwetsend geweest voor de kunstenaars en ze voelden zich
REL IN DE RUS
Arnold Reemer, Een hemelse vergissing. Collage op papier 1956, 32x51 cm (archief Paul Reemer).