usa,
ftiCQ)
rg^m^l!pH*
Nil
EXPOSITIE
wet~ 0/U7
Z»5N
mo/»
€U«&
luJHt
sJSWWg» r^p«|.
:£ucebertri.:i^Ceorqe^ JH= A
i aavfd Xóük>eHiar:v^
Het katholieke Noordhollands Dagblad-.
Hier is rommel bijeengebracht, kijkdozen, knutseldingetjes
en handwerkprobeerseltjes die geen andere bedoeling heb
ben dan de bezoekers in de maling te nemen en een bepaalde
volksgroep te beledigen. Deze tentoonstelling is kennelijk be
doeld als anti-katholieke hetze. Daar komt nog bij dat som
mige der geëxposeerde probeersels de pornografie benaderen.
Het werk verdient niet beter dan het kort en klein te slaan,
het is nog te slecht voor de vuilnisbelt.'
Toch waren niet alle kranten negatief, zoals het communis
tisch dagblad De Waarheid, die het opnam voor de vrijheid
en kritische kijk van de kunstenaars op de wapenindustrie:
'Onder de slagzin uit de Amerikaanse staalindustrie-. "Only
steel can do so many jobs so well", hadden de kunstenaars
op een collage de tekst uit een tijdschrift, "208.000 killed" en
"look what we did", geplakt. Dit is een wrange, maar geen
wettelijk verboden waarheid.'
Groeiend protest en verwijdering naaktplastiek
Naast de negatieve kritiek in de pers was er onder een breed
publiek een duidelijk groeiend protest waarneembaar dat
sommige objecten echt niet door de beugel konden.
Pastoor Th.J. Beers uitte ook zijn misnoegen over de expo
sitie en verklaarde publiekelijk alles in het werk te zullen
stellen om de tentoonstelling definitief verboden te krijgen.
Er kwam ook een protest van de eigenaar van de expositie
ruimte, de heer Diesfeldt.
Bezoekers hadden verontwaardigd de politie gewaarschuwd
omdat ze meenden dat met deze expositie de wet was over
treden. De heer Elzinga van de rijkspolitie spoedde zich op
zondag 19 augustus vergezeld door de Alkmaarse substituut
officier van justitie mr. J.M. Vellinga, naar de expositieruimte.
Mr. Vellinga gaf het KCB-bestuur te kennen het voor de
openbare orde wenselijk te achten, dat een, naar zijn mening,
pornografisch stuk (een naaktplastiek) van Reemer verwij
derd zou worden. Ook leek het hem beter dat de expositie
alleen toegankelijk gesteld zou zijn voor personen vanaf 18
jaar. Zowel politie als justitie waren echter niet bevoegd de
expositie te verbieden; dat was alleen de burgemeester.
Mr. A.F. Kamp, voorzitter van het KCB en ook voorzitter
van de Culturele Raad van Noord-Holland, gaf gehoor aan
de wens van mr. Vellinga en liet het naaktplastiek (omgeven
door Freudiaanse symboliek) van Reemer verwijderen.
Tevens had het KCB-bestuur zelf al het initiatief genomen
om fotomontages van Ides en Reemer met papier te bedek
ken, omdat deze werken volgens het bestuur 'op onwelwil
lende wijze verband legden tussen bepaalde onderdelen
van de katholieke eredienst en de offervaardigheid van de
gelovigen.' De fotomontages bestonden uit afbeeldingen van
een rooms-katholieke kerk waarin een mis werd gelezen en
waarop knipsels uit rooms-katholieke tijdschriften waren
geplakt. Uit het geheel kwam de suggestie tot uiting dat de
r.-k. kerk er uitsluitend is om bij de gelovigen geld in te
zamelen. Ook honoreerde mr. A.F. Kamp de wens van
Cultuur
i komt tot AX
ertnoi
"•5 Kcp**
KoptN
KfcpfW
5 C-
C<V4«f«
«Iw
©•toqrej
■»Auj_2 Seff
n prackt-medailh!
IMT KM OV1RTUICT UII
Dm»ZOU %J
n\
\A/®<
Affiche voor de expositie in De Rustende Jager, augustus 1956
(R.A.A., foto: Hans Bouwer).
Werk van Lucebert (60 jaar KCB).
Arnold Reemer, De kerk rijdt door Europa, 1956 (archief Paul Reenter).