yte
rmm
BERGEN 800
1188 1988
ZES MERLETTEN EN EEN SCHUINBALK
Gevel van het postkantoor (foto: Frits David Zeiler).
Later, maar dat vermeldt deze rijmkroniek nog niet, zou het
wapenschild nog eens gesierd worden door een tweetal klokjes,
Damiaatjes genaamd, als kleine echo van het klokkenspel dat na
de heldendaad in de Sint Bavo zou zijn opgehangen.
Het is een prachtig verhaal, maar alweer te fantastisch om
waar te zijn. De overlevering stelt het op 1188 of 1189, vrijwel
hetzelfde moment dus als de Berger 'gebeurtenis', en ten tijde
van de Derde Kruistocht. Helaas staat vast dat er toen in het
geheel geen leger voor Damiate is verschenen; dat gebeurde pas
tijdens de Vijfde Kruistocht in 1219. De episode, waarbij de
Hollanders en Zeeuwen zich onder de inmiddels graaf gewor
den Willem I onderscheidden, heeft toen weliswaar plaats
gevonden, maar van andere dan militaire wapenfeiten is geen
sprake geweest. Wel heeft de verovering van Damiate de vondst
opgeleverd van een beeldje van de heilige Cosmas, waarvoor de
graaf na thuiskomst een kapelletje liet bouwen aan de duinvoet
bij Wimmenum.
Er zijn in deze tijd natuurlijk nauwe banden tussen de
graaf, Haarlem en Noord-Kennemerland, dus verwonder
lijk is het niet dat overlevering en verdichtsel na vele eeuwen
dooreen zijn gevloeid. Er zijn parallellen tussen de Berger en
de Haarlemmer traditie: de kruistochten, de dapperheid en de
trouw aan de graaf, de beloning in de vorm van een eigen bla
zoen. De bronnen waarin de Haarlemse 'wapenvermeerdering'
staat vermeld stammen alle uit de late 15de en de vroege 16de
eeuw, en tenminste één ervan is afkomstig uit het scriptorium
van de abdij van Egmond. Tekstueel is er geen enkele overeen
komst, maar het is in principe denkbaar dat het kroniekje van
Gerrit Krijnssen uit eenzelfde 'school' stamt. Of is er toch een
relatie, zij het een indirecte?
In één van de Egmondse handschriften komt namelijk een
gravenkroniek voor, die met betrekking tot Floris III het vol
gende vermeldt:
'Florijs Dideeric zoen voirs. wort grave in hollant ende nam te
wive Ada des conincs dochter van Scotlant dair hy bij wan
Diderijc grave van Hollant Willem grave van Oestvrieslant
Floris proest t Utrecht Florijs prince van Kermerlant Beatrijs
Elisabeth ende Margriete gravinne van Cleve.'
O-
'Wil "-*■ 'f 1
Van Reenenbank (foto: Frits David Zeiler).
PRODUIT DE FRANCE
SPÉCIA LEMENT SÉLECTIONNÉ POUR
Mis en bouteille par Jaboulet Vercherre F.21.200 France
1NH.75CL. VIN DE TABLE ALC. 12,5% VOL
Etiket van de jubileumwijn uit 1988 (collectie Bert Veer).
De overeenkomst in de opsomming van 's graven nakroost
met die van Krijnssen's kroniekje is frappant. Fouten en
onwaarschijnlijkheden zijn nagenoeg dezelfde, al is de graven-
kroniek wat compacter dan de namenreeks in het werkje
van de Schoorlse klerk. Het is dus mogelijk, dat de schrijvers
hebben geput uit dezelfde, genealogisch niet erg betrouw
bare, bron. Intussen blijft het een raadsel, waar in 1938 dat
kroniekje dan ineens vandaan is gehaald, en een nog prangen-
der vraag luidt waarom het sindsdien opnieuw ontraceerbaar
is. Natuurlijk dook het verhaal als zodanig weer op toen men
in 1988 een nieuw 'jubileum' dacht te moeten vieren. Er werd
zelfs een stichting 'Bergen 800' opgericht die door middel
van allerlei activiteiten - van speciale wijnen tot nagespeelde
Noormanneninvallen - de naam van Bergen moest opstoten in
de vaart der volkeren. Alsof dat nog nodig was...
Een ander Haarlems voorbeeld
We blijven er dus voorlopig bij, dat de oudste echt betrouwba
re bron van het wapenverleningsverhaal de beschrijving is van
Neuhusius uit omstreeks 1662. Hij noemt in de Nederlandse
tekst alleen 'de' graaf van Holland en de slag bij Winkel, die