encLe,
nesen
ricxem van
-ms
CRGEN
tg
Dezelfde tekst is verwerkt in een tegeltableau, dat aan Van
Reenen-Völters echtgenoot Jacob van Reenen werd aange
boden bij zijn 25-jarig jubileum als burgemeester in 1910, en
dat eveneens in Het Sterkenhuis is te zien. Maar de schrijfster
begon naderhand toch wat te twijfelen aan de betrouwbaarheid
van de kroniek, waarover de Alkmaarse stadsarchivaris C.W.
Bruinvis haar had ingelicht. Toen zij begin 1925 navraag deed
bij Bruinvis' opvolger N.J.M. Dresch, moest die het antwoord
schuldig blijven; zelfs het bestaan van een speciale kroniek
van Bergen was hem onbekend. Helaas, schreef hij, 'De heer
Bruinvis had de gewoonte om bijna nooit bronnen te vermel
den...'
Maar als wij teruggaan naar de voorganger van Van Reenen-
Völter in de locale geschiedschrijving, dominee Andreas Kok,
worden we toch wat wijzer. In zijn Tweede Eeuwgetij van
Bergens Kerkverwoesting uit 1774 vermeldt hij, dat de Berge-
naren destijds hun graaf zeer trouw dienden, en om die redenen
tolvrijheid verwierven door heel Holland en vermindering van
lasten kregen voor de zeedijk, dat wil zeggen de Hondsbossche
Zeewering. Floris III schonk hun het eigen wapenschild, aldus
Kok, waarna hij hetzelfde rijmpje afdrukt als we al vonden
bij Van Reenen-Völter. De dominee was evenwel consciën
tieuzer dan de oude Bruinvis en verwees ook naar zijn bron:
'De Kronijk van Bergen, in't Latijn geschreven, en wier
Neerduitsche Vertaeling achter zommige Kaerten van dit Dorp
te vinden is.' Welnu, zo'n tekst bestaat inderdaad. Het gaat om
de beschrijving door de rector van de Alkmaarse Latijnse school
Reinerus Neuhusius op de achterzijde van de al genoemde kaart
van Blaeu. Er bestaan een Latijnse en een Nederlandse versie
van, die in zoverre verschillen dat de eerste een lofdicht bevat
op Studler van Zurck en de tweede het rijmpje over het wapen,
dat overigens begint als 'De trouwe dapperheyt van Bergen...'
Neuhusius' toelichting luidt: 'En is aen die van Bergen, ter eeu-
wiger gedachtenisse van hare getrouwigheyt en vromigheyt, van
hooghgedachten Grave van Hollandt [Floris III] gegeven het
wapen dat sy hedensdaeghs nog voeren, sijnde ses witte meerlen
met een doorgaenden balck op een root velt, soo het op de kaerte
wert vertoont.'
Maar daarmee lopen onze historiografische naspeuringen
vast. Waar Neuhusius het verhaal vandaan heeft gehaald, weten
we niet, al kunnen we gevoeglijk aannemen, dat het rijmpje
van zijn hand is. Hij was geen geschiedschrijver, maar hield zo
als alle schoolmeesters wel van een mooi verhaal, dat hij net als
zijn collega's ter plekke verzon of vanuit zijn grote verbeelding
aanvulde. Of de 'gebeurtenis' van omstreeks 1190 dan ook
door hem is gefabriceerd, weten we niet. De Slag bij Winkel
heeft wel plaatsgevonden, maar de kroniekschrijver Melis
Stoke plaatst deze in een ander jaar. In 1180 trekt de graaf met
een grote legerschaar tegen de Westfriezen op en verwoest
Niedorp en Winkel. Bovendien vindt er in 1195 een treffen
plaats tussen de rivaliserende broeders Dirk VII en Willem I.
Of Bergenaren aan een van deze expedities hebben deelgeno
men, wordt door Stoke zelfs niet expliciet vermeld, laat staan
het feit dat zij zich in de strijd nog eens extra zouden hebben
onderscheiden.
Een vreemde tekst
In de onvolprezen collectie van museum Het Sterkenhuis
bevindt zich echter nóg een voorwerp met betrekking tot het
dorpswapen. Het gaat om een ingelijst document, afkomstig
uit de verzameling van A. Schoonderwoerd. Het lijkt erg oud,
maar op grond van de uiterlijke kenmerken kunnen we het
Fragment van het tegeltableau (foto: Frits David Zeiler).
dp rsz-
dyji. cilrt eetrfd&edcf/t, VnTaiCy AaC"-
K»rv t-t'/fv&a nZ
CttZ 'ntA «WW 4*nyt,
ZlWAaa aSAa'a*,
'i" y
J-4/u.t.t~ cXa'aaa*., 4R.
/ya r* Tc zk, x*..«mi</
oZCa. /3uaaZCa^v Ul.: As*. jCaS.
/Sic tw. C.A.A «..U. OAA.
AXcZ ■aaa, Z"V'' Virf
T"-
p ar-wt TL-ty
tu~, y'FA.
- - - - w' li ,ir, H .1 i n-~ y -v y &-1r
yije*t~
./J*.
X
Afschrift van het in 1938 'ontdekte'document over de schenking van het wapen
(collectie Het Sterkenhuis).