een poging om woonruimte van de gemeente te verkrijgen, maakte het pand voorgoed onbewoonbaar. Maar voor de drankenhandel was het voor opslag nog wel te gebruiken. De buurt stond op zijn kop, die dacht: Nu gaat Scholten hier nooit meer weg. Een begrijpelijke gedachte, want het pand is door ons nog zestien jaar als magazijn gebruikt.' Hoe zat het met dat agentschap van Amstel en Heineken? 'De jaren vijftig en zestig werden gekenmerkt door toene mende welvaart. Maar de aan huis bezorgende kruideniers, bakkers, groenteboeren en melkboeren kwamen in de verdruk king, doordat er inmiddels supermarkten op het toneel waren verschenen. Het publiek koos hier eerder voor. Tot nadeel ook van Scholten, want die verdwijnende kleinere winkels waren wél hun afnemers van bier etc. In de ogen van de brouwerijen werd de functie van agent groothandel mede daardoor van mindere betekenis. Deze ont wikkeling kwam de brouwerijen ook wel goed uit, want men had toch al de bedoeling om meerdere agentschappen uit het oogpunt van efficiëntie samen te voegen tot grotere regionale depots. De komst van de vrachtauto had de noodzaak van een fijnmazig distributienet overbodig gemaakt. Een meevaller was de jaarlijkse omzettoename bij de ho recabedrijven door vooral het fustbier, het monopolie van de brouwerij-agent. Maar door de opkomst van cash-and-carry- bedrijven zoals Ven, Sligro en Makro, die kunnen werken met lagere (afhaal)prijzen en een heel breed productenaanbod (in clusief non-food), kwam de concurrentiepositie van brouwerij- agenten zoals Scholten, onder druk te staan. Overdracht of verkoop van een groothandel werd steeds moeilijker gemaakt door de brouwerij. In 1968 werd ook de Amstel Brouwerij overgenomen door de Heineken Brouwerij: een ramp voor de Amstel-agenten zoals Scholten, want alles wat met Amstel te maken had, kwam nu op de tweede plaats. Heineken bier mochten de Amstel- agenten niet afnemen, en het merk 'Heineken' moest worden uitgebouwd ten koste van het merk 'Amstel'. Andere agenten en biergrossiers uit de wijde omgeving gaven de strijd op en sloten zich aan bij het Heineken hoofddepot in Alkmaar, waar ze eventueel ook nog een baan konden krijgen. Van de bijna 200 bieragenten in Noord-Holland bleven er rond 1980 nog ongeveer 20 zelfstandig over. De collega en concurrent-agent voor Heineken in hetzelfde rayon verkocht zijn bedrijf in 1986 aan het transportbedrijf van Piet de Boer in Schoorl. Deze twee kenden elkaar goed, omdat De Boer al jaren het Heineken bier en ook limonades ophaalde bij de leveranciers. Deze Piet de Boer was een lastige collega daar hij al jaren vracht afleverde bij veel bedrijven in de regio, ook bij horecabedrijven en dus goed ingevoerd was. Gelukkig voor de firma Scholten verkocht De Boer na enige jaren zijn drankengroothandel aan het grote depot van Heineken in Alkmaar.' Groothandel Scholten aan de Bergerweg eind jaren 80 (collectie Jan Scholten).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2010 | | pagina 30