DE HEREN EN VROUWEN VAN BERGEN
Het wapen van het geslacht
Van Borselen.
In het stadhuis van Veere stonden vroeger deze beelden van (van links naar rechts) Hendrik II van Borselen, zijn vrouw Johanna van
Halewijn, hun zoon Wolfert IV van Borselen en diens vrouw Charlotte van Bourbon-Montpensier. De beelden werden in 1517-1518
vervaardigd in het atelier van de Mechelse beeldhouwer Michiel Ywijnsz. (Museum de Schotse Huizen, Veere).
Weer onder Zeeuws bewind: Van Borselen (1463-1507)
Hendrik II van Borselen (ca. 1404-1474) is graaf van Grandpré
en heer van Veere, Zandenborch, Vlissingen, Westkapelle,
Domburg, Brouwershaven en, vanaf 1463, Bergen in
Kennemerland. In 1429 trouwt hij met Johanna van Halewijn
(ca. 1410-?). Hij is een belangrijk en drukbezet man: stadhouder,
admiraal en ridder van het Gulden Vlies. Als heer van Veere,
laat hij daar in 1474 een raadhuis bouwen. In een van de ramen
bevindt zich het wapen van Bergen.
Zijn zoon en opvolger, Wolfert VI van Borselen (ca.
1433-1486), trouwt in 1444 met Maria Stuart, gravin van Buchan
(ca. 1430-1465), de dochter van de koning van Schotland, Jacob
I. Na de dood van Maria Stuart trouwt Wolfert met Charlotte
van Bourbon-Montpensier (1445-1478). Hij is nauw verbonden
met de Bourgondische politiek en wordt in 1477 stadhouder
van Holland en Zeeland en in 1478 ridder van het Gulden Vlies.
In 1479 raakt Wolfert, die zich tot dan toe buiten de Hoekse en
Kabeljauwse twisten heeft gehouden, daar toch bij betrokken.
Vanwege zijn vermeende Franse banden en doordat hij de
kant van de Hoeken kiest, ondervindt hij grote moeilijkheden,
waarna hij zich in Veere terugtrekt. Later dat jaar wordt hij als
stadhouder afgezet.
De tweede dochter van Wolfert en Charlotte,
Margaretha, wordt geschaakt door Walraven II van Brederode
(1462-1531), heer van Vianen en Ameide. Margaretha is al met
iemand anders verloofd, maar Walraven koopt de gedupeerde
af en trouwt met haar in 1492. De Van Brederode's behoren tot
de belangrijkste adellijke families: Walravens vader, Wolfert van
Brederode, was een vriend van Jacoba van Beieren en de enige
van de Hollandse adel die zwart bont met grijs hermelijn mocht
dragen. In 1492 wordt Margaretha van Borselen (1472-1507),
vrouwe van Cloetinge en Ridderkerk, met de heerlijkheid verlijd.
(Verlij en is het schenken van een leen door een leenheer of
-vrouw.)
In de jaren tussen 1463 tot 1507 waarin de heerlijkheid Bergen
in het bezit is van de familie Van Borselen, gaat deze sterk
achteruit: de Van Borselens hebben het elders te druk om zich te
bekommeren om hun kleine heerlijkheid in het noorden. In 1477
telt Bergen ongeveer 200 woningen; zo'n 35 jaar later is nog maar
de helft hiervan over als gevolg van allerlei twisten en opstanden.
Aanzet tot een nieuwe tijd: Van Brederode (1507-1568)
Langzamerhand zijn, als gevolg van vele wetenschappelijke
uitvindingen, de middeleeuwen overgegaan in de renaissance.
Mede door de in 1450 uitgevonden boekdrukkunst vinden
er grote veranderingen plaats in het dagelijks leven van
de bewoners van dit deel van de wereld. In 1492 ontdekt
Columbus Amerika, waarna de wereld in snel tempo 'groter'
wordt, mede dankzij de ontdekkingen van andere, ver
afgelegen werelddelen. Ook vinden er op kerkelijk gebied
ingrijpende veranderingen plaats nadat Luther in 1517 zijn
95 Stellingen op de deur van de Slotkerk in Wittenberg heeft
bevestigd: het begin van de Reformatie.
Wanneer de heerlijkheid in 1507 in bezit komt van
Margaretha's oudste zoon jonkheer Reinoud III van
Brederode (1492-1556), heer van Vianen, Ameide en
Callantsoog, ambachtsheer van Tetrode, Schoorl en Kamp,
heerst er zoals gezegd grote armoede in Bergen. Enkele jaren
daarna, in 1516, wordt het dorp ook nog eens geteisterd door
een grote pestepidemie, met rampzalige gevolgen niet alleen
voor de bevolking maar ook voor het vee.
Reinoud wordt een machtige, rijke en belangrijke
heer. Hij is burggraaf van Utrecht, lid van de Raad van State,
kamerheer van Karei V en deken van het Gulden Vlies. Ook
bekleedt hij diverse functies aan het hof in Brussel, waar
hij veel tijd doorbrengt. Hij en zijn vrouw, gravin Philippa
van der Marck, leven op zeer grote voet, meestentijds op
zijn slot Batenstein bij Vianen. Rond 1545 geeft Reinoud de
heerlijkheid Bergen in leen aan zijn halfbroer, Balthasar van
Brederode, zoals blijkt uit een repertorium op de lenen van de
hofstede Brederode.
Balthasar van Brederode (1516-1576) is een zoon
uit het tweede huwelijk van Walraven II van Brederode met
Anna van Nieuwenaar, na het overlijden van Margaretha van