Het onderwijs in Bergen
i in de 18® eeuw
Voor een goed verstaan van de tijdgeest en ons onderwerp in de 18e eeuw is het belangrijk
even stil te staan bij een cruciale gebeurtenis in de eeuw daarvóór, namelijk de Nationale
Synode (kerkvergadering) van Dordrecht in 1618-1619. Deze Synode heeft grote gevolgen
gehad voor het onderwijs. Er werd besloten de Bijbel in de Nederlandse taal uit te geven,
de zogenaamde Statenbijbel. De Nederlandse taal kreeg daardoor een dominantere rol.
Het analfabetisme werd krachtdadig aangepakt. Het leesonderwijs kreeg meer aandacht,
de Bijbel moest volgens de nieuwe leer immers voor iedereen toegankelijk worden.
Dooi de Reformatie in de 16e eeuw kreeg de 'nieuwe' kerk meer greep op het onderwijs.
Het was nu de calvinistische en niet meer de rooms-katholieke leer waarin de jeugd werd
opgevoed. Schoolmeesters werden verplicht in de calvinistische geest te onderwijzen en
geen 'paapsgezinde' boekjes op school toe te staan.
De plaatselijke predikanten hadden de taak regelmatig toe te zien op het lokale onderwijs.
Algemeen beeld van het dorpsonderwijs
2
MIEKE BOTMAN, BERNARD NUYENS EN THEO VEER
z
z
LU
CD
cc
LU
CO
LU
X
Een voorbeeld van schoonschrijven in de 17e en 18e eeuw. (foto: B. Nuyens)
Tot de 19° eeuw was er geen centrale overheid. Elk gewest had
zijn eigen bestuur net als de steden en dorpen. Het onderwijs
was daarom een plaatselijke aangelegenheid. Dat impliceerde
dat schooltijden, salarissen, schoolgelden enz. overal weer an
ders konden zijn. Er waren echter twee bindende elementen
die de scholen toch enige uniformiteit gaven. Het eerste ele
ment was de invloed van de Kerk, d.w.z. de 'gereformeerde'
kerk, met name wat betreft de te gebruiken lesboeken en de
eisen die aan de schoolmeesters werden gesteld. Het tweede
was het boekje Reghel der Duytsche schoolmeesters 159IJ
van de bekende dorpsschoolmeester uit Barsingerhorn: Dirck
Adrtaensz. Valcoogh. Hij schreef dit boekje om misstanden
in het onderwijs aan de kaak te stellen en tegen te gaan. In
de Voorrede' lezen wij dat schoolmeesters 'plompheyt ende
ongheleertheyt' wordt verweten en daardoor het Godtlijcke
ampt op nul ende gheender waerden maken
Valcoogh schreef niet alleen over de misstanden in het onder
wijs, maar hij gaf ook met een handleiding aan hoe het ver-