n gesprek met Jaap Kroon BERGENAREN VERTELLEN OVER VROEGER I 2 28 MARIJKE KIRPENSTEIJN atuurlijk ben ik wel eens bij Jaap Kroon thuis geweest; hij was tenslotte jarenlang secretaris en ook twee jaar voorzitter van onze historische vereniging. Ik kijk nu echter met een heel andere blik rond, vooral in de hal van het huis aan de Eikenlaan waar Jaap zijn vele trofeeën bewaart. Oorkonden, bedankbrieven en foto's kleuren de wand: herinneringen aan zijn actieve tijd voor de Stichting 'Remembrance and Friendship Bergen NH 1939-1945'. Hij is blij dat hij zoveel oud-vliegers en nabestaanden van omgekomen vliegers naar Bergen heeft kunnen laten komen. Zouden de ervaringen uit zijn jeugd daar een rol bij gespeeld hebben? Het is vroeg in de ochtend van 10 mei 1940. Jaap schrikt, zoals vele Bergenaren met hem, wakker van hevig geronk en gedreun. Zo snel mogelijk gaat hij met zijn vader naar het vliegveld. Rook en branden waren al van veraf te zien, maar dichtbij mocht je, omdat het te gevaarlijk was, niet komen. 'Lieve Jaap, altijd actief, aldus het handschrift achterop deze foto, 1940. (Foto fam. Kroon) Dit zijn de eerste oorlogsherinneringen van Jaap, die dan acht jaar oud is en op wie de gebeurtenissen uit zijn jeugd een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Jaap was toen leerling van de Van Reenenschool, maar kreeg geen les in de school doordat de Van Reenenschool eerst gevorderd was door Nederlandse militairen en tijdens de bezetting door de Duitsers werd gebruikt. De leerlingen kregen les in het Wapen van Bergen of in het IJsclubgebouw aan de Kerkedijk. Voor Jaap en zijn vrienden Paul Cox, Eppie Verburg en Wim Finkensieper was het een avontuurlijke tijd. Vanaf eind 1942 kwamen Amerikaanse en Engelse bommenwerpers over Bergen. De jongens fietsten dan naar de Franschman, klommen op het duin en hoorden aan het aanzwellende geluid van de bommenwerpers om welke vliegtuigen het ging. Overdag waren het de Amerikanen die met grote aantallen kwamen en tamelijk hoog vlogen. De jongens telden wel eens 600 vliegtuigen. In de nacht waren het de Engelsen met hun zware bommenwerpers, zoals de Avro Lancaster, die met zijn dreunende geluid alle ramen in Bergen deed rinkelen. Eind 1942 moesten de meeste Bergenaren het dorp verlaten. De Duitsers dachten de huizen nodig te hebben voor hun militairen en gaven de NSB-burgemeester opdracht tot evacuatie van de bewoners. Met het paard en de wagen van melkboer Van het Sant werden de meubels van het gezin Kroon naar Alkmaar vervoerd. Op de wagen stond ook een piano waarop vader Kroon het Wilhelmus speelde, tot een Zwartfronter (lid van een fascistische partij) hem dat verbood. Na drie maanden konden ze gelukkig weer naar huis, hoewel Jaap zijn verblijf in het mooie huis aan de Kennemersingel heerlijk had gevonden. In 1944 moesten de meeste Bergenaren in verband met de te bouwen Atlanticwall opnieuw evacueren. Kort daarvoor was er echter een open vrachtauto bij de Nederlands Hervormde Ruïnekerk aangekomen met sterk ondervoede kinderen uit Amsterdam, met het verzoek aan de gemeenteleden om ze onderdak te verlenen. Het gezin Kroon nam de drie maanden oude Conny in huis, die met suikerwater weer wat werd opgelapt en haar hele jeugd bij de familie is gebleven. Dat was een van de redenen dat moeder Kroon bij de Ortskommandant in Huize Voorhout in Alkmaar voor elkaar kreeg dat het gezin in Bergen mocht blijven wonen. Het meisje had volgens haar gezonde zeelucht nodig. Het gezin woonde toen in de achterkamer van hun huis aan de Prinsesselaan 5. Vader Jan Kroon, die al actief was als vrijwilliger bij het Rode Kruis, werd betrokken bij de Escapeline, die neergestorte vliegers verstopte en verder hielp. Via Spanje werden de piloten weer teruggebracht naar Engeland. Soms zat er ook één tijdelijk bij hen in huis. Hoofd van

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 30