'EEN SCHILDERSTUKJE OF ZOO IETS'
A. Colnot, Schermermolens tussen
Schermerhorn en Ursem, 1931.
Olieverf op doek, afm. (incl. lijst) 94 x 123 cm.
Collectie Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier nr. 3095b.
(Foto C. de Gooijer, De Rijp)
en Driehuizen vanaf de dijk bij molen nummer 2 uit zuidelijke
richting, zoals dijkgraaf Kramer Glijnis het in 1931 omschreef,
was duidelijk Klomp's favoriet. Hij nam een afbeelding van dit
doek in zijn boek op en hij roemde de wisselwerking tussen de
wolkenlucht en het landschap:
'De bui is gevallen, de lucht wordt nu ruimer. Door de waterige
atmosfeer breekt een helder licht, dat valsche schijnels werpt
op boomen en huisjes in de verte en even een silhouet op den
doorweekten, glooienden landweg, rechts doet vallen. Dit schelle
licht op den overigens zeer brutaal geschilderden landweg 'doet'
het bijzonder goed, terwijl in het algemeen de kleuren dien gloed
en fonkeling, die men van Colnot gewend is, hebben verkregen.'
Ook Adriaan Venema besteedde in zijn in 1976 verschenen
studie De Bergense School de nodige aandacht aan de
molendoeken. Venema interviewde de toen 89 jaar oude Colnot
enkele malen en die liep nog steeds over van enthousiasme:
'Hij is lyrisch als hij praat over de molens in de Schermerzijn
vrouw moet met een krachtige vermaning tussenbeide komen
om niet verloren te raken in een uitvoerig technisch exposé
over molens en waterschappen.' Colnot liet het dan ook niet
bij de twee doeken voor het polderbestuur, maar maakte een
hele serie schilderijen van de Schermermolens. Venema drukte
een afbeelding van één daarvan in zijn boek af. Hoewel hij
Colnot's werk een stuk kritischer benaderde dan Klomp, was hij
eveneens onder de indruk. Als Klomp voor hem wees hij op de
van regen zwangere lucht en het voor Colnot zo typische gele
licht dat door de wolken brak. 'De serie schilderijen van deze
molens behoort tot zijn kompositorisch gezien beste werk, waarin
onontkoombare lijnen door de polder snijden en de molens daarin
zijn betrokken'aldus Venema in 1976.
De waardering lijkt sindsdien alleen maar te zijn
toegenomen waarbij momenteel sprake is van een lichte voorkeur
voor het schilderij van de molens tussen Schermerhorn en Ursem
uit zuidelijke richting van de Oostdijk, gezien vanaf molen G.
Dat daar een serie molens bewaard is gebleven, heeft hier zeker
mee te maken. Het betreffende schilderij siert het stofomslag van
de monumentale studie Molens in Noord-Holland (1981). Samen
met vijf andere werken van Colnot is het ook opgenomen in de
door Rob Bouber samengestelde prachtuitgave Gezichten van
Noord-Holland uit 2006. Bouber maakt de opmerking dat wie
het schilderij beschouwt, gemakkelijk op het idee kan komen
dat het om een schoolplaat gaat omdat Colnot de droogmakerij
bijna topografische heeft weergegeven. Hij vermoedt terecht
dat de wensen van het polderbestuur hier de oorzaak van
waren. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier - via
via opvolger van Waterschap Schermeer en de huidige eigenaar
- drukte het doek van de molens bij Schermerhorn onlangs zelf
af in het boekje Stormenderland met de canon van de Noord-
Hollandse waterstaatsgeschiedenis. Een detail uit dit schilderij
prijkt ten slotte op de folder behorende bij de 15 april van dit
jaar gepresenteerde 'Tijdmachine', een door gps geleide toer met
beeld- en geluidseffecten in de eigen auto door de Beemster en
Schermeer. Hoe dan ook, beide doeken horen onafscheidelijk bij
elkaar en zijn dan ook samen te zien in Museum Kranenburgh.
Na afloop van de tentoonstelling gaan ze terug naar de plek waar
ze in 1930 voor bestemd waren en thuishoren: de herenkamer
van het Noorderpolderhuis in de Schermeer.
Bronnen:
- Regionaal Archief Alkmaar, archief Waterschap Schermeer inv.
nrs. 36, 59,107,365.
- Alkmaarsche Courant
- Aten, D., Stormenderland. Canon waterstaatsgeschiedenis
Holland boven het IJ 700-2008.
Wormer: Stichting Uitgeverij Noord-Holland, 2009.
- Bouber, B., Gezichten van Noord-Holland. Schilderijen 1880-1950.
Amsterdam: Noordhollands Dagblad, 2006.
- Colenbrander, B.W., e.a. (red.), Molens in Noord-Holland:
inventarisatie van het Noordhollands molenbezit. Amsterdam:
Meijer pers/ldeeboek BV, 1981.
- Klomp, D.A., In en om de Bergensche School. Amsterdam:
Strengholt, 1943.
- Roos-van Rooden,T. de. Het Noorderpolderhuis: 'in consideratie
dat dit door de tijd profijtelijk is'. Alkmaar: Waterschap het Lange
Rond, 1998.
- Venema, A., De Bergense School. Baarn: Het Wereldvenster, 1976.