mi A. Colnot, Schermermolens tussen Westgraftdijk en Driehuizen, 1931. Olieverf op doek, afm. (incl. lijst) 94 x 123 cm. Collectie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier nr. 3095a. (Foto mw. M. Geenevasen) en 7 tegen aangenomen. Daarna werd gestemd over één of twee schilderijen. Met 10 tegen 8 werd tot twee schilderstukken besloten. Waarderende woorden Nog dezelfde 18c mei schreef Belonje aan Colnot dat de hoofdingelanden met zijn offerte akkoord waren. Die ging aan het werk. Begin juni stuurde Belonje hem nog eens een briefje. Colnot werd verzocht er goede nota van te nemen dat er binnenkort weer vier molens voor de sloop werden verkocht. De Bergense kunstschilder had de doeken half augustus 1931 gereed. Ze arriveerden op dinsdag 18 augustus in het Noorderpolderhuis, waar ze in de herenkamer aan weerszijden van de schouw werden opgehangen. De volgende dag was er vergadering van hoofdingelanden, die werd bijgewoond door een verslaggever - mogelijk Klomp - van de Alkmaarsche Courant. Hij was onder de indruk: 'Toen wij de vergaderzaal binnen kwamen, merkten wij reeds dadelijk, dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Rond kijkende ontdekten wij aan den wand twee mooie schilderijen die in opdracht van het bestuur door den kunstschilder A. Colnot te Bergen waren vervaardigd. Deze schilderijen hebben een afmeting van 1.10 bij 0.80 M en geven een nauwkeurig beeld van den schoonen polder met de pittoreske molens De heer Colnot heeft zich op uitstekende wijze van de opdracht gekweten. Het rijke polderland met zijn molens en de Hollandse luchten zijn er nauwkeurig op weergegeven Dijkgraaf Kramer Glijnis verklaarde in zijn openingswoord ingenomen te zijn met de twee doeken: 'Ik moet zeggen het valt bijzonder mee. Ik vind ze heel mooi.' Uit de opgevangen reacties maakte hij op dat iedereen er zo over dacht. Dat deed hem veel genoegen. De schilderstukken hadden niet alleen betekenis voor de tijdgenoot, maar vooral voor het nageslacht omdat ze een indruk gaven van hoe mooi de molens eens in het landschap hadden gestaan. Kramer Glijnis besloot met een woord van dank aan Colnot voor de wijze waarop hij de opdracht had vervuld. Niet alleen de regionale, maar ook de nationale pers besteedde aandacht aan de bijzondere opdracht van het polderbestuur. Dat leverde secretaris Belonje eind augustus 1931 een brief van N.G. Addens uit Bellingwolde in Groningen op. Hij had over de schilderijen gelezen en vroeg nadere informatie omdat de Coöperatieve Strokartonfabriek in Winschoten een schilderij wilde laten maken als huldeblijk aan een aftredende gedelegeerde. Achtte Belonje Colnot in staat om een groot gebouwencomplex te schilderen? En hoeveel geld was ermee gemoeid? Belonje schreef bereidwillig terug dat het naar zijn mening 'zeer wel doenlijkwas Colnot opdracht te geven de fabriek te schilderen. Verder merkte hij op: Colnot behoort inderdaad tot de uitgesproken modernen; hij is landschapsschilder maar is als bescheiden man zeker voor Uwe wenschen t.a.v. het te vervaardigen schilderswerk ontvankelijk. Ik meen dan ook vrij zeker, dat hij in staat zal zijn een goed en U voldoend schilderij te maken. Of Colnot hier een opdracht aan overhield, weten we niet. Maar deze correspondentie laat wel duidelijk zien dat zowel het polderbestuur met zijn opdracht als Colnot met de wijze waarop hij die had uitgevoerd in de roos hadden geschoten. Poldericonen Anno 2009 is volledig duidelijk dat de waardering blijvend is. En niet dat dit er verder iets toe doet: ook de inschattingen van dijkgraaf Kramer Glijnis en hoofdingeland Dekker over kunst als beleggingsobject zijn in dit geval bewaarheid. De twee doeken zijn inmiddels ware iconen van het Hollandse polderlandschap geworden. D.A. Klomp stond al in 1943 uitgebreid bij de schilderijen stil in zijn reeds genoemde studie In en om de Bergensche School. Hij stelde dat Colnot op zijn advies de opdracht van het polderbestuur had verkregen. Beide schilderijen hingen toen in de trouwzaal van het Alkmaarse stadhuis, waar het bestuur van de Schermer ook regelmatig vergaderde. Klomp besteedde een hele alinea aan de twee molendoeken. Hij vond dat Colnot op meesterlijke wijze was geslaagd. Het schilderij van de 'molenkust' tussen Westgraftdijk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 22