Het koor in 1923. (Foto archief Koorvereniging Bergen)
inkomsten van de uitvoering f 120,- en de uitgaven
210,- bedroegen. Alzoo een nadelig saldo van f 90,-.Het
verslag eindigt met de woorden: w? hebben dus een jaar
gehad waarin de vereniging heel wat heeft moeten trotseren.
Het is dan ook wenschelijk dat we concerten geven die niet
zo kostbaar zijn. We moeten blijven bestaan en daarvoor
moeten we leden hebben die liefhebberij voor de zang
gevoelen en we moeten zorgen dat we een beter jaar krijgen
dan 1920 ons heeft gegeven.
Repetities en uitvoeringen
Repetities en uitvoeringen vonden plaats in de zaal van de
Rustende Jager. Omdat de huur te hoog werd, repeteerde
men later in de gymzaal van de ULO aan de Beemsterlaan.
Na 1945 in het Harmoniegebouwtje en ook nog in het
voormalige gebouw La Bicyclette naast de Petrus en Paulus-
kerk. Er is ook lang gerepeteerd in de aula van de zusters
Ursulinen. Daarna in de bovenbouw van de A.Roland
Holstschool. Toen die te klein werd in de Witte Kerk aan
de Dr. Van Peltlaan en sinds enkele jaren in de aula van het
Petrus Canisius College aan de Loudelsweg.
Concerten worden gegeven in de Petrus en Pauluskerk.
Speciaal daarvoor is in 1973 op het terrein van de kolen
handel van Jan Weijling een enorm podium gebouwd. Jan
Weijling en Hen Wiering hebben altijd geholpen bij de
opbouw. Het podium is momenteel in losse onderdelen
opgeslagen bij boer Swaan aan de Baakmeerdijk.
Op de dag van de generale repetitie worden alle
onderdelen op een platte wagen geladen en per tractor naar
de kerk vervoerd. Daar staat een groot aantal koorleden
klaar om het gevaarte op te bouwen. De koster heeft het
altaar dan al verplaatst. Op de dag na het concert wordt het
hele gevaarte weer afgebroken en afgevoerd. Veel werk, maar
het zijn bijzonder gezellige sjouwdagen die goed zijn voor de
onderlinge band.
Van Morgenrood tot Messiah
In het begin stonden er vooral veel liederen en liedjes op
het repertoire zoals: De ud, Vertrouwen, "Zondagmorgen,
Adoramus, Middernacht, Slaap zacht, De Vesperklokken,
Mietje, 't Minnelied, Meezeken, Het lied van de klok, Ave
Maria, Morgenrood, Waar de hei te bloeien staat en Ecce
quomodo moritur van Handel.
Het koor nam vaak deel aan wedstrijden waarmee prijzen
behaald konden worden. Vaak waren dat geldprijzen (ƒ100,-
of 150,-), die een welkome aanvulling voor de kas waren.
Kort na de oprichting van het koor werd een kinderkoor
opgericht, aanvankelijk onder leiding van mej. N. van Gulik-
Goddeke. Er werden veel uitvoeringen gegeven samen met
het kinderkoor. Vaak waren dat matinees, waar uiteraard veel
ouders kwamen luisteren en dat bracht meer inkomsten.
In 1923 voerde het kinderkoor de operette de Tooverring
op. Een verhaal uit het eerder genoemde interview met Pier
Postma, mevr. Akerboom —Schutte en mevr. Jannv Schutte-
Dunk:
'Bij het zingen van de Kikkercantate moest het koor op
de maat van de muziek mee kwaken als kikkers. Tijdens
de generale repetitie liet de heer Siersma een aantal echte
kikkers los op het toneel. Het werd een hele toestand met