REHtt
De Experimentele Groep Holland
Op 16 juli 1948 wordt de Experimentele Groep Holland
opgericht bij Constant thuis. Constant had hiervoor in 1947
een manifest geschreven in een schuurtje in de tuin van Van
Domselaar. Dit gebouwtje werd ook wel aangeduid als het
'muziekhuisje', omdat Jakob van Domselaar en later ook de
componist Simeon ten Holt, de zoon van zijn goede vriend
Henri ten Holt, daar hun werken componeerden.
Het Manifest wordt in 1948 gepubliceerd in
Reflex, orgaan van de experimentele groep in Holland. De
Experimentele Groep bestaat dan naast Constant uit Karei
Appel en Corneille die, sinds ze samen de Amsterdamse
Rijksacademie in de jaren 1940-1943 bezochten, goed
bevriend waren, verder uit Anton Rooskens, Theo
Wolvekamp, Tjako Hansma en Jan Nieuwenhuys, een
broer van Constant.
Constant en zijn vriend Corneille (Guillaume
Cornelis Beverloo (1922- wilden graag hun werk, waarvan
nog niemand het belang zag, aan de in kunst geïnteresseerde
Plomper verkopen. Ze zoeken hem daarom thuis op. In
eerste instantie probeerden ze hem hun tijdschrift Reflex te
verkopen. Dat kostte 75 cent en bevatte vier echte litho's.
Voor tien gulden kon je lid worden en dan kreeg je er een
tekening bij van een van de kunstenaars. Plomper kocht het
blad, maar werd geen lid, dat was hem te duur.
Het Kunstenaars Centrum Bergen en Cobra
In Bergen was in 1947 het Kunstenaars Centrum
Bergen opgericht. Een berichtje in Het Vrije Volk
luidt: 'Te Bergen is opgericht het Kunstenaars-Centrum
"Bergen dat zich zal toeleggen op het organiseren
van Schilderij ententoonstellingen in de Kunstzaal
Boendermaker en andere daarvoor geschikte lokaliteiten.
Ook het houden van tentoonstellingen op ander gebied
zoals beeldhouwkunst, weven, ceramiek, kunstnaaldwerk,
typographic enz. ligt in de bedoeling. Verder het
verzorgen van avonden, waar te Bergen wonende musici
en letterkundigen over hun werk kunnen spreken en
gelegenheid bieden daarvan kennis te nemen.Vooral
Charley Toorop had zich voor een kunstenaarscentrum
ingezet. Dr. W. Huygens, de burgemeester van Bergen, was
beschermheer van het KCB.
De eerste tentoonstellingen van het KCB werden
georganiseerd in de kunstzaal van Boendermaker en in
het Huis met de Pilaren. Het Vrije Volk schrijft: 'Het
onlangs opgerichte Kunstenaars Centrum Bergen, is al actief
opgetreden, door het organiseren van twee exposities. Eén
ervan wordt gehouden in de Kunstzaal "Boendermaker"
waar werken van Jan van Herwijnen, Filarski, Kasper
Niehaus, Dirk Vis, Jaap Weynand [sic], Jaap Carpentier
en A. Boss Eijssen [sic] te bewonderen zijn. Tevens is er
mooi beeldhouwwerk van Tjipke Visser tentoongesteld.
In het Huis met de Pilaren wordt schilderwerk van Jan
Ponstijn, J.H. Roggeveen, Jaap Min, Thijs Sterk en Karei
Colnot geëxposeerd. Daarnaast trekt beeldhouwwerk van
Jeanne Kouwenaar-Bijlo en ceramiek van Dirk Hubers de
aandacht'.
De latere Cobraleden Karei Appel, Constant
en Corneille toonden in de zomer van 1949 hun werk
echter in de tentoonstellingszaal aan de Sluislaan, nr. 3.
Daar was het voormalige, voor het Duitse bezettingsleger
gebouwde, badhuis in het kader van de wederopbouw door
de gemeentearchitect J.H. Roggeveen verbouwd tot een
woonhuis met ateliers en een tentoonstellingsruimte voor
het kunstenaarsechtpaar Hubers. De zaal werd in juli 1949
geopend met een expositie van tekeningen van Jaap Mooy,
keramiek van Dirk Hubers en weefwerk van Betty Hubers-
Scheuffler.
In augustus volgde de tentoonstelling van Appel,
Corneille en Constant. De laatste had, evenals het echtpaar
De makers van 'Reflex' tonen de eerste twee nummers. V.l.n.r. Corneille, Constant, Wolvecamp en Appel, 1948. (Foto uit De A van Cobra in woord en beeld, Amsterdam, Jaski Art Gallery, 1998)