C.PLOMPBR EXPIPiTii BEROEM-AUIMA4R Herman Plomper, verhuizer Hermanus Hendrik Plomper werd geboren op 3 juli 1910 in Alkmaar. Hij was de zoon van Wilhelmina Perfors en Cornelis Plomper. Zijn vader was op 13 maart 1922 een besteldienst begonnen om het goederenvervoer tussen Bergen en Alkmaar te verzorgen. Aanvankelijk reed Cornelis met een paard en wagen, die hij had kunnen kopen met een kleine erfenis van zijn oom Piet Oldenburg. De zaken gingen goed en in 1929 kon er een A-Ford worden aangeschaft. Elke dag reden Cornelis en Herman op hun fiets door Bergen om 'kaarten te kijken'. Mensen die iets te vervoeren hadden, zetten namelijk een kaart met de naam PLOMPER voor het raam. Met de auto haalden ze later het betreffende pakje dan op, om het voor 10 cent per stuk, naar Alkmaar te brengen. In 1937 kochten ze hun eerste verhuiswagen, een Chevrolet, die in 1941 door de Duitse bezetter werd gevorderd. Met paard en wagen werd daarna de bodedienst weer voortgezet. Ook kochten vader en zoon een kleine bestelwagen met vijf gasflessen, die, na later bleek, ook gebruikt kon worden om evacués te vervoeren. Na de oorlog werd duidelijk dat de Chevrolet voorgoed verdwenen was, zeer waarschijnlijk richting Duitsland. Het duurde daarna nog tot 1947 voordat er een nieuwe verhuiswagen kon worden aangeschaft vanwege de problemen die Plomper ondervond bij het verkrijgen van een 'aankoopvergunning' die de gemeente hem moest verlenen. Enkele jaren later nam Herman de zaak van zijn vader over en tot 1 september 1971 bleef hij de dagelijkse bodedienst op Alkmaar onderhouden. Daarna verzorgde de firma, toen bestaande uit Herman en zijn beide zoons Kees en Henk, alleen nog verhuizingen, niet alleen tussen Alkmaar en Bergen, maar door het hele land. In 1979 stapte Herman uit de zaak en nam Kees het bedrijf over. Henk ging over op de verhuur van trouw- en rouwauto's, waarop het gezegde ontstond: Met Plomper kun je trouwen, rouwen en verhuizen. Toen Kees vanwege problemen met zijn gezondheid moest stoppen, nam zijn zoon Ben, die ook al in de zaak werkte, het besluit verder te gaan met het bedrijf. Door een samenwerking heet de firma nu Plomper De Graaf, Verhuizingen, Alkmaar. De ontdekking van de schone kunsten Muziek was Herman Plompers eerste grote liefde. Toen hij 17 jaar was, kochten zijn ouders een radio. Op een avond toen Herman, die sinds enige tijd dansles had, dansmuziek zocht op de radio, hoorde hij hem onbekende muziek die hem totaal overrompelde: een vioolconcert van Beethoven. Toen hij enkele weken later, op een voor toeristen georganiseerde kunstmarkt in Bergen, een tekening zag van de kop van Beethoven, moest en zou hij die dan ook hebben. Op dat moment realiseerde hij zich dat er naast muziek nog meer was: tekeningen, schilderijen, kunst! Voor slechts enkele guldens kocht hij kort daarna 'een Ramerman en een Jos Viester', waar hij in eerste instantie heel blij mee was. Een tijdje later moest Herman als jonge medewerker in dienst van het bedrijf van zijn vader een pakje in Bergen afgeven bij de kunstenaar Arnout Colnot (1887-1983). Daar stond hij plotseling voor het schilderij Gezicht op 't Oude Hof. Herman was overdonderd door de schoonheid van dit schilderij. Voor de prijs van de bestelling plus f. 20.- werd hij de eigenaar van dit doek. Een In 1929 ruilde Cornells Plompervoor het goederenvervoer tussen Bergen en Alkmaar zijn paard en wagen in voor een A-Ford. Rechts van de auto staat Herman met de bakfiets. (Fotocollectie: Piet Mooy) Drie generaties Plomper, van links naar rechts: Ben, Herman en Kees. Muziek speelde op allerlei manieren een grote rol in het leven van Herman Plomper. Deze foto is genomen in café 'De Oude Prins' bij het vierde lustrum van Bergens Mannenkoor in 1941. Derde van links: Nel Plomper-Donkersloot, rechts van haar zit Herman Plomper.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 4