doel kan bereiken. Later ontkende hij dit, maar omdat ik hem zo goed heb gekend, ben ik ervan overtuigd dat hij het eens zou zijn met dat wat Gerrit Komrij onlangs heeft gezegd: Kunst is de hoogste vorm van godsdienst.Hij zou het zelf gezegd kunnen hebben. Je merkt soms in zijn werk dat zijn kunstenaarsvakmanschap groter was dan het talent. Nou zegt talent op zich echter weinig, want zelfs al bezit je meesterschap, daarom ben je nog geen kunstenaar. Hij was Kunstenaar Wat beweegt iemand een gedeelte van zo'n verzameling af te staan. Gezien dat het werk van Ten Holt beperkt is en het werk direct werd verworven en vastgehouden door particulieren, leek het mij op zijn plaats de gemeenschap blijvend te kunnen laten zien, wie hij was, als schilder. Ik heb mij ook voorgenomen, dat als in de toekomst het museum een feit is, de toezegging nu te doen, nog een tiental werken van Henri ten Holt, aan de schenking toe te voegen, alsmede enige documentatie over hem en enkele brieven uit onze correspondentie, waarin hij op aardige wijze, aan de hand van kleine diagrammetjes, aangeeft waarmee hij bezig was. Hij was in die tijd geëvacueerd naar Nijkerk. Het lijkt mij ook zinvol deze laatste toezegging te doen opdat het werk van hem bijeen blijft en mede als een blijk van waardering voor hem en de langdurige vriendschap die wij hebben gehad. Deze vriendschap was voor mij heel bijzonder. Hij heeft mij, vanaf het begin, leren zien. Hij heeft mij ook gevraagd wat later mijn plan was met zijn werk. Ik heb hem toen gezegd dat dat van Bergen afhangt. Ik spreek dan ook de hoop uit, gezien het vele werk dat de stichting reeds bezit, met deze schenking en de gedane toezegging, dat dit een motief kan zijn dat Bergen krijgt waar het als regionaal centrum recht op heeft: een museum. Dit lijkt mij mogelijk. Ik wil de stichting er attent op maken onlangs is dit uitvoerig beschreven in een groot artikel in het NRC Handelsblad) dat het bedrijfsleven sterk geïnteresseerd is zich op te werpen als sponsor voor eventuele kunstmanifestaties, waaraan zij graag haar naam verbindt, dit lijkt een mogelijkheid. Wat er later met mijn Cobraverzameling van de schilders Appel, Constant, Corneille, Asger Jorn, Carl Henning Pedersen, Lucebert en anderen moet gebeuren, zal ik nog met mijn kinderen overleggen, of zij dat mettertijd in langdurig bruikleen zullen geven. Ik heb echter nog een vraag aan de stichting, nu het werk hier uw eigendom is maar aangezien ik het voor lange tijd in bruikleen had toegezegd aan het gemeentehuis, stel ik voor dat de stichting toestaat, mits niet nodig voor eigen tentoonstelling, het werk haarplaats behoudt, tot de datum die ik indertijd met het gemeentebestuur overeen was gekomen. Ik verwacht dat de stichting en het gemeentebestuur hierover tot een overeenstemming zullen komen. Ik wens de stichting in de toekomst alle succes. Hartelijk dank De kunstschilder Kees den Tex, de eerste secretaris van het NHKC, bedankt Plomper voor zijn royale schenking en zegt dat alle werken naar Kranenburgh zullen gaan wanneer dat als museum zal worden geopend. Plomper heeft zich inderdaad, evenals het bovengenoemde drietal, voortdurend sterk gemaakt voor een museum in Bergen. Het NHKC bedankt Herman Plomper al op 28 december 1986 voor zijn ruimhartige donatie van fl. 5000.- ten behoeve van het aanstaande museum Kranenburgh. Er wordt een Commissie Museum Bergen van de Stichting Noordhollands Kunstcentrum opgericht, waarvan de heer W.R.E de Jong de voorzitter wordt. Wanneer deze commissie in november 1988 met de handen in het haar zit vanwege onvoldoende stichtingsgelden, komt Plomper tijdens een brainstormsessie met Wim de Jong en Nico Koster met het voorstel om enkele gemeentelijke percelen aan de Komlaan te verkopen. In zijn van te voren geschreven notitie schrijft hij: Kranenburgh, een museum, als dat eens waar was!! Zo lang er een vraagteken staat achter MUSEUM KRANENBURGH voel ik mi] onzeker over de toekomst van een waardevol bezit en een even waardevol plan. Weliswaar op afstand, maar met veel belangstelling, heb ik de ontwikkelingen van het begin af gevolgd: De collectievorming De opzet en exploitatie van een museum De steun van de overheid En al het wel en al het wee rond Kranenburgh Zo zal binnenkort de gemeenteraad in laatste instantie zich over de plannen buigen en daarover een uitspraak doen. Zij zal een nauwkeurige afweging maken over de toekomst en de bestemming van Kranenburgh, over een museum in Bergen of geen museum in Bergen. Kranenburgh is dringend aan onderhoud toe. Als dat niet spoedig gebeurt, dan zie ik dat het gebouw binnenkort voor Bergen verloren gaat. Waarom dan geen museum Nu wens ik hen alle wijsheid toe bij het nemen van deze, voor onze gemeente, zo'n belangrijke beslissing: Dankbaar en trots kunnen zij heel kunstminnend Bergen maken. H.H. Plomper Het verkavelen van de grond kan achter waar de trambaan liep. Dit voorstel werd inderdaad overgenomen, waarop Wim de Jong met zijn commissie door kon gaan met de plannen voor het verwezenlijken van het museum Kranenburgh voor de Bergense School.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 26