De Stichting Noordhollands Kunstcentrum
Op initiatief van enkele leden van het Kunstenaars
Centrum Bergen, met name Karei Colnot, Anthonie van
Kampen, David Kouwenaar en Kees den Tex, wordt in
december 1983 de Stichting Noordhollands Kunstcentrum,
het NHKC, opgericht. Dit feit wordt begin 1984 gevierd
met een grote tentoonstelling genaamd de Collectie Bergen
in het gemeentehuis in Bergen en in het Kunstenaars
Centrum Bergen. De Collectie Bergen, die op dat moment
uit 40 schilderijen en tekeningen bestaat, is opgebouwd
uit werken die zijn verkregen door schenkingen - van o.a.
wijlen mevrouw Boendermaker -, bruiklenen en aankopen
van hedendaagse kunst. Er werd bijvoorbeeld grafiek
gekocht van het collectief 'Drukkerstroost' door een
commissie, ook weer bestaande uit de kunstenaars Karei
Colnot, David Kouwenaar en Kees den Tex. Den Tex had
de beleidsnota geschreven waarin dit drietal een artistieke
basis legde voor de Collectie Bergen.
De tentoonstelling die een overzicht gaf van
driekwart eeuw beeldende kunst in Bergen, werd ingeleid
door de voorzitter van de nieuwe stichting, mevrouw
Annie Frans. Zij hoopt dat de collectie zal uitgroeien
en op de duur over een eigen museum zal kunnen
beschikken. Vervolgens wordt de tentoonstelling geopend
door burgemeester Ritsema, die ongezouten kritiek uit
op het beleid van de overheid: 'De Rijksoverheid laat
het voor wat de kunsten betreft eigenlijk afweten. Het
grotendeels verdwijnen van de BKR is voor de kunstenaars
rampzalig en het is kenmerkend voor het gebrek aan
kennis en waardering.Het is niet denkbeeldig dat nu
juist de kitsch schilders in aanmerking komen voor de
BKR of dat er op ruime schaal gefraudeerd zal worden.
Men spreekt ten aanzien van de wet op de belasting voor
de tweeverdieners over fraudegevoeligheid'. Welnu, ten
aanzien van de beeldende kunstenaarsregeling doen zelfs
lagere overheden daaraan mee...Ik kan u verzekeren
dat van de mensen die tot nu toe op de BKR waren
aangewezen, in 1984 niemand uit de boot zal vallen. De
manier waarop wij dat doen zal ik u niet onthullen, want
wij zouden ook in 1985 die kans willen houden en je weet
maar nooit wat de staatssecretaris, die zelf niet bijster slim
is maar wel slimme medewerkers heeft, aan maatregelen
zal nemen om dat te voorkomen
Plomper gelooft in het project NHKC en schenkt op
19 maart 1984 de zeven werken van Henri ten Holt, die
hij in 1980 al in langdurig bruikleen had gegeven, aan de
gemeente. 'Een vorstelijk gebaar' schrijft Rob Bouber
hierover in de Alkmaarsche Courant op 21 januari 1984.
Toespraak in verband met de opening van de tentoonstelling de Collectie Bergen in het gemeentehuis in 1984 door
Herman Plomper:
Het was een bijzonder voorrecht, dames en heren, als verzamelaar bevriend te zijn met de schilder Henri ten Holt. Dat
heeft mij dan ook in de gelegenheid gesteld enig werk van hem te kunnen verwerven. Hij was een heel boeiend mens. Ik
wil graag iets over hem zeggen.
Met zijn werk was hij nooit uit op bekendheid, slechts zelden heeft hij daarom geëxposeerd. Hij verborg het,
evenals zijn leven. Hij was slechts uit op één ding: de idee der schilderkunst. Hoewel tijdgenoot van Picasso, was hij
gericht op één leermeester: Paul Cézanne. Hij zag de weg die Cézanne had ontdekt, een spirituele ruimte te scheppen (zo
mogelijk de werkelijkheid) door modulerend te schilderen, door het absolute bezield, zonder rust te transformeren tot
een fast picturale [sic], en met geen andere zekerheid dan het geloof in het schilderkunstig feit.
Ook schilderde hij eenvoudige motieven, zoals een stilleven, een portret of een boom. U ziet hier twee bomen
zoals hij, op het eind van zijn leven, er acht heeft geschilderd. Een boom in zijn tuin. Elk uur van de dag was deze
anders. De boom bestond voor hem niet als boom, maar alleen als kleur, het wezen der schilderkunst.
Henri ten Holt bepaalde ook zijn eenzame positie binnen onze Nederlandse schilderkunst (te weinig begrepen
omdat hij er niet binnen hoort. Het werk laat zich alleen internationaal plaatsen in Ten Holt's isolement, (als nog steeds
een schilder voor te weinigen). Hij schilderde heel moeizaam en (dat) is in wezen het ware symbool voor zijn eenzame
dooltocht door de schilderkunst. Hij was van mening dat de schilderkunst slechts in verband met de religie haar hoogste
STICHTING NOOROHOLLANDS KUNSTCENTRUM
'de Collectie Bergen' in het nieuwe gemeentehuis Elkshove in Bergen, 1984.
PLOMPER - VERHUIZEN WAS ZIJN VAK, VERZAMELEN ZIJN PASSIE