in Bazel. Na dat bezoek ging ik ook nog even naar het museum in Bazel. Ik zat in het restaurant te eten en zag eensklaps een wegwijzer waarop stond: Claes Oldenburg. Ik ben gaan kijken - drie zalen vol tekeningen en ontwerpen van grote monumenten. Ongelooflijk zoals die man kan tekenen. Ik zag dat enkele tekeningen waren gereserveerd, dus was het een verkooptentoonstelling. Ik informeerde op kantoor naar de prijzen, maar die wisten zij niet. Zij zeiden dat Oldenburg elk ogenblik kon komen. Ik ben toen in de tuin gaan zitten, waar hij langs moest komen en heb een paar dingen genoteerd die ik hem wilde vragen. Na een goed half uur zag ik hem komen met een stel mensen. Ik zag dat hij het was, omdat ik een foto van hem had gezien. Ik trok de stoute schoenen aan, ging regelrecht op hem af en stelde mij voor. Hij excuseerde zich, hij moest eerst naar het kantoor. Even daarna kwam hij op mij af en zei: 'What is the matter, mister Plomper' en sloeg zijn arm om mij heen. Wij gingen, door enkele tientallen gevolgd, naar de tekeningen welke ik had uitgezocht. Het was echter al onbereikbaar voor mij geworden, dat had ik dus juist gezien toentertijd. Als iets werkelijk van betekenis is, moet je er heel gauw bij zijn want de echte kunsthandelaar ziet het ook en legt zo'n man meteen vast. Ik heb wel een litho van hem. Het is een kunstenaar die ontwerpen maakt voor kolossale monumenten, zoals een lippenstift van 80 meter hoog, of een deksel van een snelkookpan, die hij als een circuit van een plein laat functioneren. Een brug in de vorm van een zaal. Erg goed!' Willem de Kooning 'Ik was in Parijs om de kunstbeurs FIAC te bezoeken. Zodra ik binnen was, zag ik in de verte iets bijzonders. Ik liep er regelrecht naartoe. Het bleek een schilderij van Willem de Kooning [1904-1997] te zijn. Dat is een schilder die heel vroeg in de jaren dertig in New York was gaan wonen. [De Kooning was in 1926 als verstekeling naar de Verenigde Staten gereisd en had daar eerst een paar jaar gewerkt als huisschilder]. Hij heeft daar een soort New Yorkse school gesticht en is erg beroemd geworden. Ik bekeek dat doek - het was op een donderdag - maar vroeg nog geen prijs. De tentoonstelling duurde tot zondagavond acht uur. Ik ging zondagavond om half zeven en vroeg de prijs. Zo op het scheiden van de markt willen ze nog wel wat. Hij vroeg - het was een New Yorkse galeriehouder - 20.000 dollar. Ik zei: '20.000 Dutch guilder'. Hij wilde eerst weten wat de invoerrechten voor Nederland waren. Ik zei dat ik die prijs wilde betalen, maar all-in tot Schiphol. Hij moest eerst informeren. Ik gaf hem mijn telefoonnummer in Parijs - ik woonde toen in het appartement van Matie Jorn. Een uur later belde hij dat het goed was. Ik had na vier weken een Willem de Kooning! Een gemiste Magritte Een tijdje na de dood van Dirk Klomp in 1947 wilde zijn weduwe, mevrouw Trien Klomp-Zult, kleiner gaan wonen. Het huis en de tuin aan de Nesdijk, nr. 9, waren te groot voor haar alleen. In haar nieuwe huis kon zij enkele schilderijen en tekeningen van onder andere Leo Gestel niet kwijt. Plomper nam er een paar van over. Hij vertelt hierover in zijn aantekeningen: 'Zij had nog een doek van □Ü0M[]l*n lóf "-WtfDLJ. een schilder die ik toen nog niet kende. Ze zei:' Neem dit er maar bij.Dat kostte toen niets. Ik zette het op zolder want het paste niet bij hetgeen ik had. Jaren later stopte er op zekere dag een auto voor het huis. Een meneer belde aan en vroeg of hij eens zou mogen komen kijken omdat hij had gehoord dat ik zo'n leuke verzameling had. Ik liet hem binnen en na een paar uur praten waren we op zolder. Hij zag dat doek dat ik gekregen had en vroeg of ik ook wel eens wat verkocht. Ik zei: 'Dat kunt u er van maken.Hij vroeg wat ik voor dat bewuste doek vroeg. Ik zei: Zegt u het maar.'Nee, vraagt u maar', zei hij. Nou ik zei: '150 gulden.Dat was direct goed. Deze meneer O. uit Amsterdam was niet echt zuiver op de koffie, zoals later bleek. Ik werd enige maanden later opgebeld door kunsthandelaar M.L. de Boer uit Amsterdam, die mij vroeg HERMAN PLOMPER - VERHUIZEN WAS ZIJN VAK, VERZAMELEN ZIJN PASSIE ■B BK! Bi"! Het huis van Dirk en Trien Klomp-Zult, Nesdijk 9, omstreeks 1938. Een deel van de achtertuin had hij verkocht aan zijn collega, de journalist D. Kouwenaar, die er in 1933 het huis 'De Kauw' op liet zetten. Leo Gestel 's portretje van Dirk Klomp als vliegende reporter. Gekocht in de galerie van Adriaan Venema op het Rokin in Amsterdam, waar de collectie Klomp na de dood van Trien Klomp-Zult werd verkocht.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 21