a-A ?M\IK f tlxfobc*' mm Robert Ryman tyUh H Us ]u no, you also eat here'. Ik heb toen bij hem thuis gegeten. Onvergetelijk, wanneer je nagaat dat hij hoegenaamd niemand ontvangt, a la Picasso, Miró of Chagall. Dat doen ze niet meer. Ik ging zo tegen acht uur weg, met een afspraak voor de volgende morgen om tien uur op zijn atelier dat in een andere wijk lag. Ik liep er al om half tien. Hij kwam bij tienen aan, zodat hij niets kon wegzetten wat ik misschien niet mocht zien. Dat gebeurt wel meer als je van tevoren afspreekt, dat ze dan de goede dingen wegzetten. Daarom was ik er al van tevoren. Het was bijzonder gezellig die ochtend. Hij zette koffie en schreef een opdracht in een catalogus voor mij. Ik kon niet zo praten dat ik het doek kon kopen. Ik zei nog tegen hem: 'Verkoop het me rechtstreeks. Je krijgt het terug na mijn dood. Ik wil ermee leven!' Maar nee, Ryman kon het niet doen, hij was met handen en voeten gebonden aan zijn galeriehouder. Wanneer Ryman vraagt: 'Wat zie je eigenlijk in mijn werk?', antwoordt Plomper hem: 'Je schildert met verf om de verf zelf en de verf is je onderwerp'. Daar keek hij wel van op. Op een gegeven ogenblik zei ik dat zijn werk zoveel overeenkomsten had met de muziek van Steve Reich. Ook daar hoorde hij van op, dat ik dat werk ook kende. Ik zei dat ik er grammofoonplaten van had. Hij vertelde toen dat op de opening van zijn tentoonstelling van enkele jaren geleden bij John Weber, Steve Reich zijn muziek daar had geïntroduceerd. Het bleek dus dat ik gelijk had, wat die overeenkomst aangaat. Het waren hele fijne ogenblikken bij Ryman, maar geen doekjes!!' Daarover moet Plomper vervolgens onderhandelen met de galeriehoudster. De prijs van $30.000 is veel te hoog, dus bedenkt Plomper wanneer hij weer thuis is, dat hij dan zelf maar een 'Ryman' moet maken. Hij gaat naar het Stedelijk Museum in Amsterdam om het werk van Ryman dat zij in de collectie hebben goed te bestuderen. Toen hij gezien had hoe het was geschilderd, kocht hij doek en verf en ging hij aan het werk: 'ik was drijfnat van het zweet toen het klaar was. Het is van binnenuit, psychisch gespannen, neergezet. Enkele jaren later, in oktober 1981, krijgt Plomper, via Corneille, een uitnodiging in handen voor een tentoonstelling van Ryman in het Centre National d'Art et de Culture Georges Pompidou in Parijs. Die tentoonstelling moet hij zien! Alleen.... hij heeft een probleem. Ten eerste heeft hij een koffer bij zich met daarin een schilderij van Corneille dat hij de dag ervoor had gekocht. En ten tweede: hij komt er op een ochtend aan en het museum is gesloten. Toch wil hij die tentoonstelling zien. Hij schrijft over deze dag: 'De volgende morgen zou ik dus naar 'Pompidou' waar de tentoonstelling van Robert Ryman was. Ik was vrij vroeg weggegaan uit mijn hotel, omdat ik 's middags weer met de trein terug moest. Ik twijfelde wat ik zou doen met mijn koffer waar mijn schilderij in zat. Eerst wilde ik de koffer in mijn hotel laten want in Pompidou is het altijd zo druk, maar gezien de korte tijd die ik had besloot ik de koffer toch maar mee te nemen; ik zou wel zien. 's Morgens om half tien was ik bij het museum, maar dat was gesloten en zou pas om twaalf uur open gaan. Zo'n moment is zo, alsof je iemand in een verre stad gaat opzoeken en die is niet thuis. Je voelt je machteloos. Nou geef ik nooit zo gauw op, dus liep ik om HERMAN PLOMPER - VERHUIZEN WAS ZIJN VAK, VERZAMELEN ZIJN PASSIE De 'Robert Ryman' van Herman Plomper. Jean-Claude Groshens Président du Centre national d'art et de culture Georges Pompidou Dominique Bozo Directeur du Musée national d'art moderne ont le plaisir de vous invlter a l'ouverture de la rétrospective le mercredi 30 septembre 1981 a 18h Galeries contemporaines, Mezzanine Prière de vous munir de cette invitation Uitnodiging voor een tentoonstelling van Robert Ryman in Parijs van Corneille voor Plomper, 1981.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 19