IW AA Verhuisbericht \Jfj- t ~j 2|TH6WA^M.V 6 mm uit 1987: De geschiedenis van het verzamelen. En wanneer iedereen spreekt over 'wanproducten' en 'moerasandijvie' begint Plomper al werk van Corneille, Constant en Appel te verzamelen. Na de opening van de eerste tentoonstelling van de Experimentele Groep Holland in 1949 in het Stedelijk Museum in Amsterdam barstte de kritiek los. Sensationele koppen in de kranten trokken aandacht voor de artikelen: Tumult in een museum. Experiment eindigde in enthousiast handgemeen. (De Telegraaf, 7 november 1949). Stedelijk Museum te Amsterdam toneel van communistische rel. (Volkskrant, 7 november 1949). Moet de Nachtwacht niet nodig naar de kelder(Het Vrije Volk, 12 november 1949). In dit artikel kon men ondermeer het volgende lezen: 'Wie deze tentoonstelling gezien heeft, heeft geen hoop meer, dat er uit Karei Appel en Corneille, uit Constant en Théophile Wolvekamp, uit Gerrit Kouwenaar en Lucebert ooit iets anders zal groeien dan wat ze nu al zijn: knoeiers, kladders en verlakkers. Enkele jaren later, op 18 september 1957 schrijft Jan van Herwijnen in een ingezonden brief aan De Telegraaf: Tn De Telegraaf van 15 Sept. j.l. staat een artiekel [sic] over Karei Appel. Daarin wordt de heer Appel in een adem genoemd met Vincent van Gogh. Deze vergelijking is geheel onzinnig. Vincent van Gogh is een religieus denker en kunstenaar, al zijn werk komt voort uit zijn religieus bewustzijn, en is daardoor voor de gehele mensheid van betekenis. Zijn werk kan slechts in uiterste zelfverloochening en tegelijk hevigste concentratie en spanning ontstaan. De heer Appel behoort tot de artistieke onderwereld, zijn werk mist juist spanning en bovenpersoonlijke gedrevenheid. Het schilderen is voor hem een wilde zelfontlading, een lekkere bezigheid die voor geen enkel medemens een positieve betekenis heeft. In het werk van de heer Appel wordt het religieus bewustzijn ontkend. Twintigduizend jaren geleden hebben wij onze j *,ua4 iv» is KL€OH JrM iK Ke" f* tr\e>NP \%ot>t onderbewuste gevoelens op de rotsmuren geschreven. Twintigduizend jaren groei van menselijk bewustzijn liggen tussen toen en nu. De mens kan deze ontwikkeling niet ongedaan maken. Doet hij dat, zoals de heer Appel en consorten, dan betreedt hij het gebied van de artistieke criminaliteit'. Het bewuste artikel in De Telegraaf waar Van Herwijnen zo fel op reageerde was van de hand van de schilder en kunstcriticus Kasper Niehaus. Evenals Niehaus zag Herman Plomper het totaal anders. Hij herkende de bijzondere kracht en de schoonheid in het werk van deze jff'rtgTj [.HELE.JjoOKpJI degen Amsterdam, blauwe boten, rode boten, witte boten, krijttekening van Corneille uit 1949. uT th- i J Corneille's vertaling van het franse gedicht op de krijttekening 'Amsterdam'. "|VERHUIZ1NC»EN DOOR :-•» H-Plomper Tekening die Henk en Rita Jellema in 1962 afdrukten op de kaart die hun verhuizing binnen Bergen aankondigde. (Tekening: Henk Jeliema). Omstreeks deze tijd heeft Henk op verzoek van Plomper een brief geschreven naar het Museum of Modern Art in New York, waarin Plomper een werk van Karei Appel te koop aanbood. Hij had namelijk geld nodig voor nieuwe verhuiswagens en een opslagruimte.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 10