BERGEN AAN ZEE: NATUUR EN LANDSCHAP IN ARCHIEVEN
het Aardrijkskundig Genootschap. Tesch' inzichten zijn
in 1935 uitgebracht als het populaire De vorming van de
Nederlandscbe duinkust (Bibliotheek van de Nederlandsche
Natuurhistorische Vereeniging Nr. 4, Wolters, Groningen-
Batavia). Hierin beschrijft hij dc verschillende herkomst
van deze zandmassa's en gaat hij letterlijk in op de situatie
ten noorden en ten zuiden van Bergen aan Zee. In twee
afzonderlijke hoofdstukken beredeneert Tesch de verschillen
in herkomst van het zand waaruit de jonge duinen zijn
opgebouwd.
De kalkgrens bij Bergen aan Zee is nog steeds een
uniek verschijnsel en mede daaraan danken de Duinen bij
Bergen, inclusief het Engelse Veld binnen de bebouwde kom
van Bergen aan Zee, hun Europees beschermde status.
Geomorpbologische waarnemingen in de duinen bij Bergen
aan Zee, verhaalt over de uiterlijke verschijningsvorm van
enkele duincomplexen te noorden en ten zuiden van het
vooroorlogse Bergen aan Zee. Het artikel is opgenomen in het
Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijssein 1935 uitgegeven als speciaal
nummer van De Levende Natuur ter gelegenheid van den
70sten verjaardag van Dr. Jac.P. en bet veertigjarig bestaan
van bet tijdschrift.
De auteur is de internationaal vermaarde geoloog dr.
Antonie Johannes Pannekoek (1905-2000). Pannckoek was
hoogleraar algemene geologie aan de Rijksuniversiteit Leiden
en verantwoordelijk voor de vakgebieden sedimentologie
en geomorfologie. Ongetwijfeld tijdens een verblijf in hun
huis Wernau aan de Elzenlaan, heeft Pannekoek een aantal
duinen getekend, dc vorming- en erosieprocessen beschreven
en tenslotte geconcludeerd dat studie van de duinen en de
plantengroei onlosmakelijk met elkaar verbonden horen
te zijn. Pannekoek borduurt met zijn werk voort op het in
1934 verschenen werk van J.W. van Dieren, Organogene
Diinenbildung, wanneer hij dc duinen van fraaie typenamen
voorziet. En passant meldt hij dat de bebossing inmiddels
heeft plaatsgevonden en dat brengt ons tot dc conclusie dat
Pannekoek als een van de laatsten getuige is geweest van het
grootschalige dynamische, stuivende duinlandschap rondom
ons dorp. Diverse door hem beschreven duincomplexen zijn
nog exact in het terrein te lokaliseren.
Van Reenen's duinbebossingen
Over dc bebossing van de duinen schreef J.A. van Steijn
in 1933 zijn proefschrift. In detail beschrijft hij de
dennenaanplant langs dc gehele Europese kust. Van Steijn
noemt, naast de gebieden die onder het Staatsboscbbebeer
vallen, als een van de belangrijkste duinbebosschingen
in Noordholland, de particuliere bebosschingen nabij de
badplaats Bergen aan Zee. Het waren Jacob en Marie van
Reenen - Völtcr die, aansluitend bij de kennis op dit gebied,
een einde maakten aan een toneel, van akelige woestheid,
een beeld van armoede, verwaarlozing en dood, zoals het
stuivende duin door Van Ecden werd genoemd. Met dc
bebossing door dc Bouw Exploitatie Maatschappij Bergen
aan Zee werden aanzien en natuur van de duinen ingrijpend
veranderd. Delen van de geschiedenis van de bebossing van
de Berger duinen zijn te lezen in de jubileumboeken Bergen
aan Zee. Badplaats anno 1906 (Pirola, Schoorl, 1981) en
Een verjaardag aan zee. Bergen aan Zee 1906-2006 (Pirola,
Schoorl, 2006).
Open duinlandschap zoals dat tot in de jaren '50 gewoon was.
Naar inzicht in het uitzicht
Hiermee is onze gang door de 'Bergense natuur- en
landschapsboekcnkast' ten einde gekomen. Wc besteedden
aandacht aan slechts enkele onderwerpen van de duinge
schiedenis. Door ook zoveel aandacht te besteden aan alle
andere factoren die een rol in de ontwikkeling van natuur
en landschap spelen, zoals bosgeschiedenis, waterwinning,
houtoogst, jacht, gevolgen van oorlogen etc., kunnen we als
het ware natuur en landschap laag voor laag analyseren.
Hierdoor ontstaat inzicht in het uitzicht.
De Berger duinen waren beroemd, dat blijkt wel uit de
vele, vaak lyrische beschrijvingen. Ook nu vormen de Berger
duinen nog steeds een rijk geschakeerd gebied, een lust voor
het oog en een genot voor recreant en onderzoeker. h
De titel werd ontleend aan een speciale aflevering van het Historisch-Geografisch
Tijdschrift uit 2002: 'Landschap in archieven'.
Frits David Zeiler brainstormde met de auteur over de opzet en inhoud van dit artikel.
Bronnen:
Fop. I. Brouwer, Leven en werken van E. Heimans en de opbloei der
natuurstudie in Nederland in het begin van de twintigste eeuw. Wolters,
Groningen, 1958
Les orchidées de France, Belgique et Luxembourg. Paris, 1997
E. Heimans en Jac. P. Thijsse, In de duinen (4e druk). W. Versluys,
Amsterdam, 1932
Nieuwsbrief Heimans en Thijsse Stichting 32, 2007
Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse, Speciaal nummer van De Levende
Natuur. Versluys, Amsterdam, 1935
Rechionaal Archief Alkmaar, archief Van Reenen.
Uitgave Bergensche Kunsthandel, Bergen NH.
Jan. P. Strijbos, Vogelvrij, mensen en tijden die ik gekend heb.
Schuyt Co., Haarlem, 1976
De Wandelaar in Weer en Wind jrg. 18 (11-121:265
Collectie Allard Willemier Westra, Bergen.
Alle bronnen en beeldbewerking voorzover niet nader genoemd:
collectie auteur.