het huis weer geschikt was gemaakt voor bewoning. Na 195S sloot de Amsterdamse Vereniging voor Jong Nederland zich aan bij het Centraal Genootschap, dat daarna nog enige tijd de exploitatie op zich nam. Begin jaren zestig werd er gesproken van een fusie met of overname door de Stichting Bio-Vacantieoord. De onderhandelingen liepen echter stuk op de prijs van f. 300.000, waarbij dan nog verbouwingskosten zouden komen van f. 200.000. En dat voor slechts 40 kinderen en met steeds hogere personeelskosten! Na de sluiting van Jong Nederland als koloniehuis werd het gebouw gekocht door Piet Bot, de zoon van de aannemer die de achtervleugel had gebouwd. Omdat het door allerlei omstandigheden lang leeg bleef staan, werd het begin jaren zeventig gekraakt. Het huis was toen totaal vervuild doordat het jarenlang door duiven bewoond was. Nadat écn van de krakers het huis kon kopen van de heer Bot, werd het vervolgens eigendom van een stichting en werden de bewoners lid van een huurdersvereniging. De meeste leden wonen er nog steeds. Wel wordt het, ook voor hen, steeds moeilijker om de hoge, maar noodzakelijke onderhouds kosten bijeen te brengen. De lighal In de duinen aan de noordzijde van het koloniehuis bevindt zich een uniek gebouw. Het is de, in 1937, door de architecten J.W.E Hartkamp en G. H. Arendzen ontworpen lighal, een perronachtige ronde ruimte gebouwd van gewapend beton. Het grondplan, de breedte en de vorm van de galerij werden volkomen bepaald door de zonnestand. Deze was nauwkeurig voor het hele jaar berekend, waardoor alle bedjes een gunstige ligging kregen. Opvallend aan de betonnen kap is dat er nergens kolommen staan om het dak te ondersteunen. De kap wordt gedragen door dikke betonnen armen, een soort U- constructie die zowel in het dak als in het fundament zit. Deze drickwartcirkelvormigc lighal met een opening op het zuidoosten bood plaats aan 55 kinderen, die er enkele uren per dag op bedden lagen te rusten in de zon. Men zag het kuren, naast sport en spel in bos- en zeelucht, niet alleen als een remedie maar ook als voorzorg tegen tuberculose. De vorm en de maat van de luifel zorgden er voor dat er optimaal genoten kon worden van de zonnestand. Een werkelijk toppunt van functionalistische architectuur, dat helaas ten prooi viel aan vandalisme en verval nadat het koloniehuis eind jaren vijftig gesloten werd. Aan dit verval is gelukkig een einde gekomen sinds 1982, toen het solarium in gebruik is genomen als atclierwoning. Hiertoe zijn enige in hout uitgevoerde aanpassingen gepleegd die de constructie niet essentieel aangetast hebben. Alleen waren de oorspronkelijke bronzen kozijnen van de schuifvensters toen helaas al verdwenen. De eigenaar, de kunstenaar Guus Boissevain, beschouwt de lighal als zijn paradijs. 'Nergens kun je zo genieten van de rust en de zon, maar ook van het brullen van de wind, nergens beleef je zo de magie van de sterrenhemel!' De laatste jaren kunnen ook de bezoekers van de, door hem en zijn vrouw Prabhati, georganiseerde toneel en muziekuitvoeringen genieten van deze magische en inspirerende omgeving. In 1994 is de lighal een provinciaal monument geworden vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde van dit gaaf bewaard gebleven voorbeeld van de functionalistische stijl van die tijd. KOLONIEHUIZEN IN BERGEN AAN ZEE Iedere middag is er het verplicht rustuurtje in de lighal van Jong Nederland. (Collectie Piet Mooij). Het is mooi weer, dus allemaal naar het strand. (Collectie Piet Mooij).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2006 | | pagina 11