Zanegeest De bewoningsgeschiedenis van de mens laat zien dat de keuze van een vestigingsplaats in hoge mate afhankelijk was van de mogelijkheid die het aardoppervlak bood om te overleven. Een woonplaats moest wel aan enkele voorwaarden voldoen waardoor men zich veilig en beschut kon voelen en in zijn levensbehoeften kon voorzien. In ons dynamisch kustgewest ging het er ook nog om letterlijk het hoofd boven water te kunnen houden. De opbouw van een jong land De opbouw van ons jonge land was voornamelijk het gevolg van een klimaatverandering na de laatste ijstijd, 14.000 jaar geleden. De opwarming deed het landijs smelten en het lang vastgelegde water via vele meanderende rivieren en beken, vooral vanuit het achterland, noord- en westwaarts stromen. De samenstelling van het meegevoerde crosicmateriaal en de stroomsterkte bepaalden dat het meest fijnkorrelige het verst werd afgezet. De snel stijgende zeespiegel, tot 130 m, stroomde omstreeks 8000 jaar geleden bij Calais het Kanaal binnen. Het Noordzee bekken werd van twee kanten gevuld, de opbouw van West-Nederland begon door het afzetten van bezinksel vanuit het oosten, waardoor circa 7500 jaar geleden de huidige kustlijn bereikt werd. Weliswaar kilometers westelijker, want de zee geeft en neemt. Een systematische opbouw door de ritmiek van getijden en de loop van rivieren, maar wel met grillige trekken. Veel was afhankelijk van klimatologische omstandigheden, verhoogde activiteit van de zee met stormvloeden en veel neerslag (transgressie), of juist van rustige en droge perioden (regressie), met als gevolg het ontstaan van strandwallen en oude duinen die plaatselijk voor kustafsluiting zorgden waardoor verzoeting tot het ontwikkelen van veen leidde. Veel factoren in wisselende combinatie zorgden voor een gevarieerd geomorfologisch bodempatroon van zand, klei, strandvlakten, veenresten, erosielaagten en oude waterlopen nu weerspiegeld in kronkelslotcn. Maar ook moerasgebied en veel water. Bewoning van West-Nederland In dit schijnbaar onherbergzame gebied van West-Nederland vestigde de mens zich al vroeg. Archeologische vondsten op rivierduinen in de Alblasserwaard wijzen op bewoning circa 7000 jaar geleden. Maar ook in het noorden geeft de Wieringermeer- bodem 4500 jaar oude sporen prijs van de cnkelgrafcultuur, terwijl er 3600 jaar terug al bronstijdbocrcn langs de oeverwallen in West-Friesland voorkwamen. Bewoning op strandwallen en oude lage duinen in het zuiden dateert van 5500 jaar geleden en uit Velzen kennen we de Vlaardingercultuur van 4700 jaar oud. Het was kennelijk zo gek nog niet om al in zo'n vroeg stadium onze streken te gaan bewonen. Er moet voldoende voedsel geweest zijn om te kunnen overleven. Vooral als we bedenken dat de zeespiegelstijging rond 5000 jaar geleden afnam en het waddengebied op veel plaatsen van de zee afgesloten raakte en verzoette. Gunstige omstandigheden Tijdens een betrekkelijke stilstandfase en verzoeting ontwikkelde zich behalve veen ook bos, en dat zal er toe hebben bijgedragen dat de mens extra mogelijkheden had zo dicht bij de zee. Meer mogelijkheden betekenen meer mensen en meer behoeften. Woonden er in het begin van het Holoceen misschien 1000 mensen in Nederland, zo'n 5000 jaar later waren er dat ongeveer 10.000. Bevolkingstoename leidde ook tot grotere woongroepen, meer samenwerking en structuur, maar ook tot hiërarchie en tegengestelde belangen. Gebrek aan kennis en inzicht waren aanleiding tot roofbouw als houtkap, ontwatering en ontginning van veen dat in latere tijd desastreuze gevolgen zou veroorzaken. Het zou nog lang duren voor we onze zaakjes op de grond en bij het water op orde zouden krijgen. De Haakwal Bij dit proces van wording en bewoning van noordwest Nederland, neemt de ondergrond van Zanegeest een bijzondere plaats in. Deze ligt aan de noordkant van een 30 m diep

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2006 | | pagina 36