tq 1 j1 (linkerpagina) Een volle tram op weg naar Bergen aan Zee, 26 augustus 1955. Op de achtergrond Bio Vacantieoord. (Ansicht collectie Piet Mooij, Bergen NH). (Boven en rechts) Vrolijke drukte op NS-station Bergen, 31 augustus 1955. (Foto's: collectie Piet Mooij, Bergen NH). wagons stonden waaghalzen. Behalve dat was er verder niets bijzonders. Ja, bij de Sparrenlaan stond nu meer politie en ook wel belangstellenden. We tuften door het bos. Daar kwam een moeilijk punt, dat was dc helling naar boerderij De Franschman. Menigmaal was daar een koppeling gebroken als de trein weer eens overvol was. Daar hoopten we nu ook op want in dat geval ging dc locomotief door maar de wagons gingen dan weer 'in gestrekte draf'tcrug naar Bergen Centraal. Helaas, dat gebeurde niet. Er gebeurde wel iets anders: vlak voor de helling stond de trein stil, de waaghalzen werden van de koppeling gejaagd en die plaats werd ingenomen door een gezagsdrager. (Of dat politie was of een NS-man weet ik niet). Daarna werd dc rit vervolgd en wonderwel zonder haperingen. Bij dc halte Dc Franschman stonden enkele mensen maar die konden er echt niet meer bij, tenminste niet bij ons. Toen we in Bergen aan Zee aankwamen begon het al donker te worden. Bello moest 'uitgespannen' worden en omgerangcerd naar de andere kant. Eindbestemming. Moest er nu niemand uit? Nee, er moest niemand uit, of misschien iemand met claustrofobie. Bello werd weer 'voorgespannen' en we vertrokken richting Bergen. Hoera, de verlichting ging aan. Dat waren toen van die gaslampen met zo'n kousje. Nauwelijks hadden we vaart gemaakt of ik zag een hand omhoog gaan naar die lamp. De glazen kap werd losgeschroefd en een hand friemelde wat aan dat gaskousjc. Ja, dat was dus wijlen. In het donker zetten we de reis voort. Toen werd het echt leuk want een collectief 'hoppen' van alle reizigers zorgde er voor dat onze wagon vrolijk achter zijn Bello aanhuppelde, en het ging nog steeds goed. Toen we station Bcrgen-Binnen bereikten was daar een geweldig gejoel van alle reizigers. Het was inmiddels omstreeks 11 uur geworden en omdat ik geen zin had om tegen de ochtend thuis te komen besloot ik me naar buiten te vechten. Dat was zwemmen tegen dc stroom in. Dan maar door het raam. Dat ging beter. Toen ik op het perron stond was ik wel blij dat ik het gered had zonder gebroken ribben. Eenmaal buiten, zag ik dat het niet overal goed gegaan was. In een van de andere wagons was een raam compleet uit de sponning gedrukt en ook een verbindingsstuk tussen twee ramen was er uitgebroken. Ik ben naar huis gegaan. Thuis vertelde ik het hele verhaal. Er werd door mijn ouders schande gesproken van al die vernielzucht. In bed kon ik niet slapen. Het bellen en fluiten klonk nog steeds in mijn oren. De volgende dag hoorde ik dat het wel tot een uur of vier geduurd had voor Bello op zijn eindbestemming Alkmaar was aangekomen! Met dank aan Elly Klerk-Druif die de redactie attendeerde op het artikel van Kees Bliekendaal.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2005 | | pagina 29