nterview
met
Piet Brakenhoff
BERGENAREN VERTELLEN OVER VROEGER
MARIJKE KIRPENSTEIJN
Piet Brakenhoff
bij de bakfiets
van zijn vader,
24 augustus
Vooraan in
het midden
Piet Brakenhoff
(Foto: Collectie
Piet Mooij,
Bergen N.H.).
Nog maar twaalf jaar was Piet Brakenhoff
toen hij in 1932 bij schoenmaker Dekker aan
de Hoopweg als leerling aan het werk ging.
De melkventerij van zijn vader aan de
Stroomerlaan, bracht te weinig op om die
later van zijn vader over te nemen, en, dacht
hij, 'schoenen heeft een mens altijd wel
nodig'. Natuurlijk moest hij zijn vader
's morgens eerst helpen de twee melkbussen
langs de deur uit te venten; met de trekhond
onder de handwagen liepen ze het hele dorp
af; van Saenegeest tot aan de Buerweg, totdat
alle vaste klanten hun litertje melk of karne-
melksepap weer hadden gekregen. Zondag
was echter dé grote dag, want dan glorieerde
Piet op het voetbalveld; het doel was zijn plek
en hij wist er heel wat ballen uit te houden.
De jeugd van Piet Brakenhoff is er een
zoals veel van zijn Bergense generatie
genoten. Al heel jong de handen uit de
mouwen, alleen lagere school en daarna in de
praktijk een vak leren. Alle dagen werken,
ook op zaterdag, alleen Maria Hemelvaart
was een extra vrije dag. Toch is zijn jeugd ook
een tijd waar hij met plezier op terug kijkt: in
de zomer met z'n allen zwemmen in het
haventje aan de Schapenlaan, waar Piet dan
zijn pikante liedje Teder meisje dat moet
weten...' liet schallen; in de winter werd er
altijd veel georganiseerd in het patronaats
huis van de kerk aan de Dorpsstraat, maar
het belangrijkste voor Piet was toch wel
voetballen. Berdos; bijna iedere katholieke
jongen was er lid van, door de week een paar
keer trainen en op zondag de grote wedstrijd.
Qk bezoek Piet en zijn vrouw Geertje in hun huisje aan de
Dorpsstraat nr. 114; een bijzonder plekje, daar de garage met het
duivenhok achter het huis, direct aan de Loudclswcg grenst.
'We zijn bier in 1946 komen wonen', vertelt Piet. Een kennis
leende me 1500 gulden, zodat ik de 4000 gulden, die bet buis
moest kosten, kon betalen. Voor de oorlog bad er een visboer en
een melkslijterij ingezeten, de garage was een kleermakerij
geweest. Bergen was in 1946 nog een grote wildernis, waar heel
wat buizen te koop stonden, die jarenlang leeg hadden gestaan.
Voorin bet buis was de schoenmakerswinkel met de stikmachine
en de lappen leer, daarachter woonden wij. In bel buis zaten nog
bedsteden en we verwarmden de boel met een potkacheltje dat ik
uit de Duitse barakken, die nog aan de Sluislaan stonden, bad
gesloopt. Onze zeven kinderen zijn bier geboren en opgegroeid.
Nadat ik met de schoenmakerij gestopt was verhuurden wij bel
buis in de zomer altijd drie maanden aan de firma Lucas Bols, die
bet buis buurde om zijn personeel een weekje op vakantie te laten
gaan. Wij woonden dan met zijn allen in 'het zomerbuis', nu
garage en duiventil. In 1969 stopte de verhuur; bet personeel van
Bols wilde ook wel eens naar bet buitenland,
Op mijn vraag hoe lang de schoenmakerij heeft bestaan vertelt
Piet: 'Er waren vlak na de oorlog wel acht schoenmakers in
Bergen en er viel dus geen droog brood meer in te verdienen. Veel
mensen liepen nog op klompen en schoenen werden eindeloos
opgelapt; de klanten betaalden je pas na bel ontvangen van de
kinderbijslag en je moest dus veel te lang op je geld wachten.
Gelukkig bad ik wel de klandizie van de zusters Ursulinen en
repareerde ik de leren ballen van Berdos, maar het bleef sappelen.
Het schoenmakersvak was zwaar werk; uit leer en rubber sneed
ik de hakken en de zolen, door de synthetische lijm bad ik vaak
last van mijn banden. Ik was dan ook blij met een baan bij de
busonderneming NACO, waar ik de leren kussens van de bussen
mocht repareren. Kijk, ik heb nog steeds heel wat eelt op mijn
banden van al die naalden die ik daar door bet leer heb gesloken.
Na twee jaar ging dat werk echter naar bet Centrale Magazijn en
werd ik ontslagen. Gelukkig kon ik toen in Wormerveer bij een
tabaksverwerkingsbedrijf beginnen; daar werd nicotine uit
beschadigde tabak gehaald. Dat gebeurde met bete stoom
vermengd met ammoniak, geen erg gezonde werkomgeving; ik
moest dan ook veel melk drinken, en heb, na een bedrijfsongeluk
waarbij nicotine ontsnapte, nog vijf dagen in bet ziekenhuis
gelegen; maar bet verdiende goed en ik ben er toch maar mooi 85
jaar mee geworden. Ik heb dat tien jaar gedaan, maar ben toen
toch weer in de schoenmakerij beland, bij Mister Minit, die
jarenlang in Vroom en Dreesmann gevestigd was; daar heb ik
uiteindelijk nog mijn pensioen aan te danken.