1 Geschiedenis van het
j voormalige klooster-
en retraitehuiscomplex
aan de Loudelsweg"
ARIE LEIJEN
i
z
z
O
z
52
z
O
Voorgevel van het Sint Petrus Canisius retraitehuis.
De ingang bevond zich naast de toren (onder het boompje nog net zichtbaar).
(Ansicht collectie Piet Mooij, Bergen NH).
De eetzaal in het retraitehuis. De zusters die bedienden waren:
Zr. Salvatrix, Zr. Arnolda en Zr. Christiana. (Ansicht collectie auteur).
Einde van een tijdperk
Toen in de loop van 1990, na een aantal brand
stichtingen, het kolossale kloostergebouw aan de
Loudelsweg onder de slopershamer viel betekende
dat het definitieve einde van een tijdperk. Een tijd
perk waarin vanaf de beginjaren van de twintigste
eeuw tot in de jaren vijftig het ene gebouw na het
andere verrees. Niet alleen ten behoeve van het
katholiek onderwijs, maar ook een gebouw voor
bezinning op en verdieping van het geloof: het
Retraitehuis. Dit retraitehuis werd geleid door de
paters Redemptoristen en stond geheel los van het
klooster der zusters Ursulinen. Maar de zusters
leverden wel een belangrijke bijdrage aan het reilen
en zeilen van dit instituut, want zij zorgden voor de
huishouding en de bediening. Dit gebouw, uit 1926,
werd na het vertrek van de paters vormingscentrum
De Vluchtheuvel en weer later Het Rafaclhuis, een
instituut voor geestelijk gehandicapten op antro
posofische basis. Deze instelling verhuisde in 1988
naar Tuitjcnhorn (Midgard) en het gebouw viel ten
prooi aan vandalisme en brandstichting. Uit de
restanten heeft museum Het Sterkenhuis de eerste
steen en een deel van een gebrandschilderd raam
weten te redden. In deze eerste steen bevond zich
een loden koker met daarin een document met de
namen van alle hoogwaardigheidsbekleders die bij
de plechtigheid aanwezig waren.
Na de sloop van het retraitehuis is op dit
terrein, evenals op dat van de zusters Ursulinen,
een groot aantal woningen verrezen. Bij de
straatnaamgeving heeft de gemeente Bergen
duidelijk recht gedaan aan de historie van dit gebied.
In het hiernavolgende artikel zal de
geschiedenis van het klooster en de daaraan
verbonden onderwijsinstellingen in vogelvlucht
beschreven worden. Ik heb daarbij dankbaar
gebruik gemaakt van de gegevens die destijds
Zr. Maria Regina Scholten en ditmaal Zr. Coleta
Wassenburg mij verstrekt hebben.