EEN BELEZEN HEER IN DE BERGERMEER? en wiskundigen in zijn boekenkist had liggen, kan betekenen dat Cornelis waarschijnlijk wel meer dan een simpele scholing moet hebben gevolgd. Het is bijna ondenkbaar dat een leek, die alleen lager onderwijs op de dorpsschool heeft gevolgd, in staat is geweest om wetenschappelijke boeken over aritmetica en wis kunde te begrijpen. Dit gegeven werpt weer interessante vragen op betreffende de persoon van onze pachter. Want als het klopt dat hij aanvullend voortgezet of misschien zelfs hoger onderwijs gevolgd heeft, dan moet dit wel betekenen dat zijn familie geld moet hebben gehad, dus bemiddeld moet zijn geweest. Want onderwijs volgen was prijzig in die tijd, zeker het onderwijs na de lagere school. De volgende vraag die dan in mij opkomt, is: waarom is een meer-ontwikkelde man als onze Cornelis Spruijt geëindigd als pachter op een kleine hoeve in de Bergermeer en bijvoorbeeld niet als notabele of geleerde in de stad? Cornelis Spruijt, gewezen ambtenaar misschien? Indien Cornelis Spruijt zijn boeken zelf heeft aangeschaft moet hij voor een pachter/landbouwer een ongewoon veelzijdig man geweest zijn. En zelfs als hij ze op andere wijze, bijvoorbeeld als erfenis verkregen zou hebben, wil dat zeggen dat de erflater een ontwikkeld persoon moet zijn geweest, terwijl Cornelis, door de toen kostbare boeken niet van de hand te doen, iemand zal zijn geweest die in meer zaken dan alleen het boerenbedrijf geïnteres seerd was. Wij nemen daarom aan dat hij daadwerkelijk in de boeken las. Waarschijnlijk was Cornelis strenggelovig en ook geïnteresseerd in de religie. Gelijktijdig nam hij kennis van uiteenlopende wetenschappelijke onderwerpen. Bovendien verdiepte hij zich in siertuinaanleg en -onderhoud, een hobby die zeker in die tijd alleen aan de hogere en rijkere standen was voor behouden. Wat verder nog opvalt is, dat Cornelis, zo te zien, ook een duidelijke voorkeur had voor boeken die met getallen en wiskunde te maken hadden. Daarbij komt dat een deel van zijn boekenbezit betrekking heeft op het notarisambt. Vast staat wel, dat Cornelis nimmer dit ambt heeft uitgeoefend, maar mag ik misschien uit alle gevonden aanwijzingen de voorzichtige conclusie trekken dat onze Cornelis mogelijk ooit een ander, meer 'belezen' beroep heelt uitgeoefend? En dat hij misschien door ongelukkige omstandigheden dit beroep niet langer heeft kunnen of mogen uitoefenen, onze belezen heer uit de Bergermeer? Oud notarieel Archief Bergen, inventarisnummer 220, akte nummer 82, d.d. 27 april 1766 Literatuur Bijl, M, van der, Leeslust baart kunde. 200 jaar leesgezelschap in Alkmaar, Alkmaar 1993. Dibbits, H., Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in Doesburg en Maassluis 1650-1800, Nijmegen 2001. Houston, R.A., Literacy in early modern Europe. Culture and education 1500-1800, London/NewYork 1988. Israël J.l, De Republiek 1477-1806, Franeker 1996. Kloek, J.J., Mijnhardt, W. W., Leescultuur in Middelburg aan het begin van de 19e eeuw, Middelburg 1988. Koolbergen, 'De Materiële cultuur in Weesp en Weesperkarspel', in: Aards geluk. De Nederlanders en hun spullen 1550-1850, Amsterdam 1997. Kruif, J. de, Liefhebbers en gewoontelezers. Leescultuur in Den Haag in de achttiende eeuw, Zutphen 1996. Internetadressen http://es.rice.edu/ES/humsoc/Galileo/Catalog/Files/ metius_adr.html Adriaan Metius) http://www.xs4all.nl/~nox/filosofie/verlichting.htm (Descartes) http://nl.wikipedia.org/wiki/Steen_der_wijzen (Steen der wijzen) http://home.hetnet.nl/~bijbel-site/hchist. h tm (Heidelbergse catechismus en Ursinus) Ru Waalewijn, archiefvorser, die ook het onderwerp van dit verhaal op het spoor is gekomen, hier op de plaats in de Bergermeer waar vroeger hoeve Onverwagt heeft gestaan. Op de achtergrond de Philisteinse molen. (Foto: Trees Staarink-Bruinsma). Onderwerp: Ru Waalewijn Bewerking: Rein van der Sluijs

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2005 | | pagina 11