^7/ ^Jl/t t d^cxj uJt -Xjy z>U^ui c^ *jyj~&CVo/ -Zr {Ir oZrc^J!u~~> f-ein. XZ-t O-^-Xfr-r-T r->~> «Jós^Y,<*YO cjZf (in ï-e.L^_ -m-iAJl qxtXer&fiJL^J <Y~~ V«Y y^fi-c .^e y^yf -$J-£ -Jb-/ -QJZsisi// ^-£-&>\ c<cx.-»~ *_£x3~c«-^>7 cy <fc_o -£_c^t <r<^-? ~A-S^/ -£-i<r-o<tf ^_JZJZsy-a c- O^oco^y. c^f ^7-ot ^>vtV -? CX-yrT-?^*-^-, ^Z-c^e-T ^i^rv^y *T~ -K^oj cX-X^a^ -z/-iy -*7^-, '»-07 ^"Y) YC y< >%i -w^ fV<A~ >C^ <_y foao.* i^^e&Z. X* 'L~~y>, -jy* y>-^*j - ,&y x^eAr. -yy-c^r. -A-rrAyj _yj -&«. yw c t: t%^< Ti *"-&?%■ y T" /7"o -/ -«,$ y o~* y^o yW -AX oOu^i gw*~. f&rf~4tZi%.(t c^>^wyAX P. Roskam. In de brief wilden zij de raad het doel van het comité duidelijk maken. Ondergetekenden hadden het comité opgericht om tijdelijk 'morele en financië le steun te verlenen aan achtergebleven familie ter wapenen' en aan 'hen, die ten gevolge van de treurige tijdsomstandighe den tijdelijk in een hulpbehoevenden toe stand verkeeren'. Het comité wilde de hulp financieren met vrijwillige bijdragen. Al snel merkten zij dat een dergelijke financiering niet realistisch was. Het comité vroeg daarom de raad om 1000 steun. Het kreeg 500 toegewezen. De eerste daad van het comité was de oprichting van een kantine voor militairen die in Bergen gestationeerd waren in een bijgebouw van De Rustende Jager. Op het moment dat deze militairen vertrok ken, werd de kantine weer gesloten. Het comité verzorgde ook een E.H.B.O. cur sus en verleende steun aan mensen met door de oorlog veroorzaakte achterstalli ge betalingen. Uit de jaarverslagen blijkt dat het overgrote deel van het budget van het comité ging naar 'geldelijke bedeling'. Dit betekent dat het comité veel inwoners van Bergen in financiële problemen onder steunde. Verder zorgde het comité voor goedkope kleding en voeding. Het comité ontfermde zich ook, hoewel dit aanvan kelijk niet de bedoeling was, over het groeiend aantal werklozen in Bergen. Zij kreeg hiervoor van de Raad een extra toe lage van 500. Toen de oorlog was afge lopen en de meeste werklozen weer aan het werk waren, vroeg het comité in juni 1919 de Raad om zijn ontbinding. Het Bergense steuncomité was geen uniek verschijnsel in Nederland. Koningin Wilhelmina en de toenmalige minister van financiën Treub constateerden al op 7 augustus 1914 de enorme versnippering van hulpverlening in het land. Zij organi seerden een Nationaal Steuncomité dat afhankelijk zou zijn van giften. Het Bergense initiatief dateert van 10 augustus 1914. Waarschijnlijk was het Bergense steuncomité het antwoord op de oprich ting van het overkoepelende nationale steuncomité. Een tweede Bergens initiatief was de Centrale Keuken. Ook nu diende een ini tiatief elders als voorbeeld. In februari 1917 werd in Hilversum de eerste Cen trale Keuken opgericht. Het Nationaal Steuncomité had inmiddels beloofd alle Centrale Keukens in Nederland financieel te steunen. De Centrale Keuken zou immers tot een reductie van het brand stofverbruik leiden wanneer mensen niet meer thuis hun fornuis hoefden te stoken. De Bergense keuken werd naar Hilver- sums voorbeeld opgericht. De keuken werd gevestigd in 'Het Wapen van Brcdc- rode'. Dit café was gevestigd in een pand van C. Oldenburg aan de Fransche steeg. Waarschijnlijk was deze eigenaar familie van een van de leden van het steuncomité, mevrouw A. Oldenburg-Fraijman. In het gemeentearchief van Bergen is correspondentie te vinden van mevrouw Van Reenen-Völter en een vertegenwoor diger van de Hilversumse Centrale Keuken. Door deze correspondentie kwam men aan nuttige informatie over bijvoorbeeld omvang van de voorraden en de hoeveelheid aan pannen nodig voor de oprichting van een Centrale Keuken. In Bergen werden de eerste maaltijden in december 1917 verstrekt. Om de dag werd er gekookt, zo'n vijf a zeshonderd porties. Op zondag en op feestdagen was de keuken gesloten. Op het menu ston den hutspot, bruine bonensoep, groente soep, witte kool, koolrapen, zuurkool en erwtensoep. De Centrale Keuken werd betaald uit de inkomsten van de verkoop van maaltij den. Dit was echter niet voldoende. Belangrijk was de bijdrage van inwoners van Bergen. Zij schonken naast geld ook een deel van hun privé-voedselbonnen aan de Centrale Keuken. Het Nationaal Steuncomité vulde de laatste gaten in de begroting. Ook driekwart van de oprich tingskosten werden door het Nationaal Steuncomité vergoed. Van januari tot en met juni 1918 wer den circa 500 porties per dag verstrekt. Werklieden betaalden 10 cent voor een maaltijd, anderen afhankelijk van hun situatie, 15 of 20 cent. Het belang van de Centrale Keuken in Bergen wordt mis schien duidelijker door een bedankbriefje aan de oprichtster van de Centrale Keuken, mevrouw Van Reenen-Völter: Bergen aan Zee 23 Jan. 1919 Hooggeachte mevrouw, Mag ik bij deze, de vrijheid nemen, u te bedanken voor het ontvangen van eten uit de Centrale Keuken. Een langen tijd ben ik er zeer mee geholpen geweest, en dank u dan ook van ganschen harte u ons in de gelegenheid stelde, dat hier aan zee te ontvangen. Ik heb het eerst nog eens een poosje aangezien, maar sinds het broodrantsoen verhoogd is, komen wij toe II

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2002 | | pagina 13