De bus in het dorp 1920-1926: Twaalf busdiensten Tussen 1920 en 1926 werden maar liefst twaalf pogingen gedaan een renderende busdienst tussen Bergen en Alkmaar vice versa op te zetten, aanvankelijk door Alkmaarders, vanaf 1923 door onderne mers in Bergen en Schoorl. C. Bellekom (nr. 10) staakte de dienst in 1936; alleen Adolf Schalkwijk (nr. 12) slaagde erin per manent het busvervoer tussen beide plaatsen te verzorgen. 1. 1920 'Auto Omnibus Onderneming Alkmaar en Omstreken' (kortweg 'De Onderneming'). Oprichters: Jb. Kooger en H. Manussen te Alkmaar. Traject: van het Kerkplein te Alkmaar naar de lindenboom aan de Hoflaan, met een aparte rit naar Duinvermaak. Bus: Ford; een van de bussen had een met een draaischijf gekoppelde aanhanger. Bijzonderheden: in 1925 gingen de oprich ters failliet. 2. 1921 'NV Alkmaarsche Auto Maatschappij'. Directie: R.0. van Gennep en J.H. Scholten te Alkmaar. Traject: Alkmaar-Bergen-Bergen aan Zee. Bus: motor-omnibus op luchtbanden voor elf personen. Bijzonderheden: op 7 juli 1921 werd aan B en W van Bergen het voornemen mee gedeeld voor een op 9 juli te beginnen dienst; er mag aan getwijfeld worden of vergunning werd verleend. 3. 1923 'A. Dam Co.' Eigenaren: A. Dam en H.Guddeke te Alkmaar. Traject: van Alkmaar (Scharlo) naar Bergen (Stationsstraat), dagelijks van 9-23 uur. 24 niet door het centrum van Bergen gaan, maar het was een interessante poging het succes van de stoomtram na te bootsen, zonder gebruik van rails. Er werd overi gens geen toestemming tot exploitatie verleend, omdat de initiatiefnemers twee wagons achter de trekker wilden plaatsen, hetgeen uit verkeersveiligheid niet werd toegestaan. Van en naar Bergens centrum Tussen 1920 en 1927 heeft de ene na de andere ondernemer een busdienst voor de Bergenaren in het leven geroepen. Op het bijstaande overzicht staan er twaalf beschreven. Een van de oorzaken waarom juist toen deze 'hausse' in het busvervoer ont stond, is het feit dat er in de Eerste Wereldoorlog ten behoeve van het uitge breide troepentransport talloze grotere voertuigen van allerlei modellen waren ontwikkeld en gebouwd. Die kwamen begin jaren '20 in de dump terecht. Wie geld had om zo'n bus te kopen en er brood in zag een dienst te beginnen, moest zich allereerst bij de Kamer van Koophandel als ondernemer laten inschrijven en daarnaast bij de gemeenten waartussen de dienst zou worden gere den, om toestemming vragen. Dit kwam er op neer dat de gemeenten de stand plaatsen aanwezen (bijvoorbeeld paal nr. 2 in de Stationsstraat). De veiligheid van de autobussen werd beoordeeld door de gemeente waar de administratie van de onderneming was gevestigd. Na 1927 kwam er wat de vergunningen betreft regelgeving van de kant van de provincie. Daarbij werd door Gedeputeerde Staten aan B. en W. van de gemeentes om 'raad' gevraagd over de dienstregeling en de tarieven. De markt voor personenvervoer van 7927: proefrit bij de Koedijker vlotbrug van een trekker met een 'tramachtige' omnibuswagon. De Fiat bus van A. Dam Co. op de hoek van Stationsstraat en Breelaan, met chauffeur Piet Wijsman. ADAM* 02

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1999 | | pagina 26