'Toestand der duinbeplanting op den vasten wal van Noord-Holland' Wie weet...? De vrouw die in deze rubriek in het vorige nummer van de Bergense Kroniek werd afgebeeld november 1998, bladzijde 39), is door weinig lezers herkend. In feite alleen door haar kleinzoon Johannes Rampen uit Katwijk aan 1 Zee. Hij meldt dat het zijn grootmoeder is, G. Rampen- Scheltis, en denkt dat deze foto van Opoe Rampen, de weduwe van Johannes Rampen, genomen werd toen ze haar 70e verjaardag vierde. Hij geeft toe dat hij haar in de kledij die ze draagt, met hul en boerenhoedje (in de volksmond suiker schepje genaamd), niet gekend heeft en vermoedt dat ze voor het woongedeelte staat van de stolpboerderij aan de Meerweg nr. 2, op de hoek van de Sluislaan. Opoe Rampen had drie zoons, Jacob, Willem en Cor, die ten tijde van de foto (omstreeks 1920) een bedrijf hadden van timmerlui en molenmakers. En dan de nieuwe opgave. Wie kan bij zonderheden melden over het hierboven afgebeelde pand. Uw antwoord graag per brief aan het redactieadres, zie voorin het blad. Correcties en aanvullingen - Nr. 2, november 1998, blz. 32. De jongen rechts op de foto van het Sint-Maarten feest draagt niet een uitgeholde koolraap maar een dito voerbiet. Overigens meldde een lezer dat bedoelde jongen de oudste zoon is van mevr. G.C. Woudstra-Leering. Hij staat tussen zijn twee broertjes; in het midden van de foto hun zusje. - Idem, blz. 46. Dat Herman Gorter in 1911 tennis speelde op de baan in het Parnas- siapark, zoals het bijschrift bij de foto zegt, is niet juist. Het geboomte op de achter grond kon in genoemd jaar nog niet zo hoog zijn gegroeid. De foto blijkt te date ren uit 1910 en werd genomen op een ten nisbaan in het Gooi kort voordat Gorter naar Bergen kwam. Dat hij - als sportman - ook in Bergen en Bergen aan Zee speel de, is zeker. met de vereiste voorzorgen.Van stropen scheen men geen last van betekenis te hebben. Tot slot Aan het einde van zijn lijvige rapport schrijft de Hoofdingenieur het volgende: 'De uitslag van het onderzoek naar den toestand der beplanting kan derhalve, wanneer men althans Rijnlands duinen, die onder eene afzonderlijke Politiever ordening ressorteeren, uitzondert, weinig gunstig genoemd worden, al mag ook niet ontkend worden, dat de laatste jaren in den toestand bij enkele particulieren eeni- ge verbetering is waar te nemen (zoo o.a. in zeer sterke mate bij de voor- en mid denduinen van Mevrouw van Reenen).' Ten aanzien van de kunstmatige ver stuiving voor een weg van het huidige Bergen aan Zee naar het oosten nog de volgende opmerking. Op de in ons dorp zo vaak geraadpleegde kaart van Blaeu van de Heerlijkheid staat reeds een derge lijke weg aangegeven. Jelles heeft er in zijn bock over het Noordhollandse Duinreservaat op gewezen dat met betrekking tot het duingebied een zekere voorzichtigheid wellicht gewenst is. Van de eerste topografische kaart, verkend in 1876/77 zegt hij dat deze kaart een beter inzicht verschaft in het inwendige van het duingebied. Vanaf de Franschman staat over een lengte van circa één km een weg in westelijke richting aangegeven, daarna niet meer. Wellicht is de weg toen een verbinding van lagere rangorde geworden, die niet meer op de kaart is aangegeven. Op grond van het rapport van de Hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat kan mijns inziens het vermoe den worden uitgesproken dat het tracé van het westelijk deel van deze weg door een geleide verstuiving is bepaald. Rest mij dank te zeggen voor hun medewerking aan deze bijdrage, aan: - de medewerkers van de Topografische Dienst te Emmcn; - de heer C.E. Schabbing van het Facilitair bedrijf SSA van de provincie Noord-Holland. Bronnen Regionaal Archief Alkmaar, Kops, Tegenwoordige staat der duinen van het voormalige gewest Holland, 1798. Rijksarchief te Haarlem, Rapport van de Hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat Noord-Holland, aan Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland over de Toestand der duinbeplanting op den vasten wal van Noord-Holland, Haarlem 1889. -, Archief Provinciaal Bestuur van Noord- Holland 1851 - 1943, voorlopig nr. 789.3, G.S. 10 juni 1891 nr. 1, Kaart van het duingebied van Zuid- en Noord-Holland, bijlage bij genoemd rapport, 25 september 1889 nr. 40/265. Topografische kaart, schaal 1 25.000, nr. 44-45, Bergen aan Zee, Schoorl, Bergen, verkend in 1876/77, uitgegeven in 1879. Jelles, ir. J.G.G., Geschiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands duin reservaat, Arnhem 1968. Resoort, W.J., De duinen van Bergen omstreeks 1900, in: Bergense Kroniek, Themanummer 3, Bergen rond 1900, maart 1997. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1999 | | pagina 24