Uit de jaren dertig
Persoonlijke herinneringen van leden worden in de Kroniek regelmatig voor het voetlicht
gebracht in de rubriek 'Bergenaren vertellen over vroeger', een rubriek die door middel
van interviews tot stand komt. Het is goed dat op die manier veel kleine, historisch
interessante feiten worden vastgelegd. Natuurlijk zijn het meestal de wat oudere
Bergenaren die we aan het woord laten: die overzien het grootste deel van onze ten einde
lopende eeuw. Maar er is zoveel te vertellen dat we ook van tijd tot tijd Bergenaren aan
het woord laten die hun jeugdherinneringen zelf aan het papier hebben toevertrouwd.
Herinneringen uit de jaren toen alles nog zo anders was...
Th.J. Brommer
n de jaren dertig waren in Bergen nog
veel wegen met grind verhard. Ze hadden
een 'paardenpadje' van klinkers in het
midden. Om in de zomer het stof binnen
de perken te houden, kwam af en toe de
sproeiwagen langs: een grote tank op vier
wielen, door een paard getrokken. De
tank werd gevuld uit de brandkranen
langs de weg. Een en ander stond onder
leiding van 'Ome Kors', de sproeiman.
De gemeente bezat een vuilniswagen,
van hout en grijs geschilderd, met paarden-
tractie. Door de 'vullisman' werden vuil
nisbakken van allerlei vorm met de hand in
de wagen geleegd.
Op zondagmorgen liepen mijn vader
en ik vaak naar banketbakker Roos. Ik
kreeg dan een kwartje, liet me drie gebak
jes in een doosje verpakken en kreeg nog
een cent terug.
In het najaar zochten wij jongens
eikels en kastanjes. Die werden naar de
rentmeester van de familie Van Reenen,
de heer Haasbroek, gebracht, die kantoor
hield aan de westzijde van Kranenburgh.
Voor de moeite werd ons één cent per
gevulde slof vergoed. Een slof was een
rechthoekig spanen mandje.
In het comestibleszaakje van mevrouw
Beek aan de Breelaan, op de plek waar
zich nu Het Zeepaardje bevindt, verkocht
ze zogenaamde brede leverworst voor
negen cent per ons.
Snoepwinkels waren in Bergen natuur
lijk erg bij de jeugd gewild. In mijn om
geving waren er twee: broer en zus De
Moor aan de Molenstraat en Gijs
Ruitenberg aan de St.Antoniusstraat.
Ruitenberg verkocht onder andere duim-
drop, veterdrop, zoute drop, wit op zwart
en gelukstoffees. Voor twee centen had je
al heel wat. Verder voerde hij de slagzin:
'Ijs van Gijs is vers ijs'.
Voordat de Berger IJssportvereniging
in 1936 op het weiland naast de voormali
ge ziekenbarak ging schaatsen, bestond
haar ijsbaan uit de vijvers van het Oude
Hof en het water aan de Mosselenbuurt.
Er hadden bij avond gecostumeerde ijs-
feesten plaats. Bij voorkeur werd er
'schoongereden', maar voor de jeugd was
dat te tam, zodat die tempo maakte.
Kinderspelen
In de pre-tclevisietijd - radio bestond al
wel, maar spaarzaam - zocht de Bergense
jeugd haar vertier in allerhande kinder
spelen. Daarvoor was het voorjaar en de
zomer de aangewezen tijd. Zodra het
weer het toeliet werd de knikkerbuul
gehaald en met de schoen- of klompen-
hak de kloet gemaakt. Dan kon het spel
beginnen. Een tekort aan knikkers (ze
waren van gebakken klei) werd aangevuld
bij Trijnie Meijer aan de Dorpsstraat hoek
Hoopweg.
Er werd gehoepeld, hetzij met een
'dure' houten hoepel, met een ijzeren
voorzien van een soort handvat met oog,
of met een rij wielvelg. Tollen was ook
populair. Met een zweepje en een tol liep
je door het hele dorp. Met een natte
zweep zwieptje je een tol wel eens door
een ruit.
'Takkie-uit' of tikkertje en verstopper
tje was als spel gewoon, om bokspringen
en boompje verwisselen niet te vergeten.
Touwtjespringen en hinkelen waren
typische mcisjesspelen. Met een stuk
witte kalksteen werd een hinkelbaan op
straat uitgezet en dan kon het gespring
beginnen. Er was een aantal variaties,
maar die zijn mij altijd ontgaan. Hetzelf
de geldt voor de touwspelen, maar de
dames wisten er alles van, ook van de
begeleidende gezangen zoals 'in-spring -
de bocht gaat in - uit-spuit - de bocht
gaat uit'.
Een bokspringspel werd 'petje
mezuur' genoemd. De deelnemers vouw
den hun petten met de klep naar binnen
en legden het textiel op hun hoofd,
namen een aanloop, sprongen over de
bok en probeerden hun pet zover moge
lijk naar voren te gooien. Wie het verste
kwam had gewonnen. De toevoeging
'mezuur' stamt van het latijnsc mensuur,
dat gemeten afstand betekent.
Herinneringen uit de jaren dertig...
Stratensproeiwagen van de jaren dertig
(fotoarchief Piet Mooij, Bergen NH).
Schaatsen op de vijvers van het Oude Hof
(foto Regionaal Archief Alkmaar).
9