De Verbrande-Panhoeve (fotoarchief Piet Mooij,
Bergen NH).
politiek links en kenner van de Russische
literatuur, vindt een voedingsbodem in de
gezamenlijke belangstelling.
Van sociaal-democratische gezindheid
is ook bakker Dirk Roos (1872-1935),
lezer van het dagblad Het Volk. Deze
Amsterdammer van geboorte heeft zich in
1913 in Bergen aan Zee gevestigd. Gorter
en hij maken kennis in de winkel 'De
Spoorklok', in zuidwestelijke richting
gelegen tegenover het (tram)station. (Men
sprak over 'de tram'. De naam 'Bello'
stamt uit de jaren na de Tweede
Wereldoorlog). Met hem en zijn vrouw
S.(Sophie) Roos-Stolp (1873-1953) - 'juf
frouw Roos' binnen de standenwereld
van toen - heeft Gorter huiskamercontact.
Zij is het die voor de eenzame bewoner
van het Verbrande-Panhuis de sokken
stopt (10). Behalve Gorter, favoriet van de
familie Roos, naar wie kleinzoon Herman
(1927) is vernoemd, behoort de zangeres
Jo Vincent tot de kring van terugkerende
vrienden aan huis. Een opmerkelijk
geschenk uit Gorters nalatenschap vormt
een vork en lepel, voorzien van het
monogram HG. Sinds zijn 18e jaar
beschikt naamgenoot Herman over dit
bijzondere stuk. Zowel de familie Rosier
als de familie Roos worden in het bezit
gesteld van Gorters portret. De foto
wordt kort na zijn overlijden afgestaan
door Jenne - ter herinnering aan een
belangrijke vriendschap.
'In tal van huizen was hij welkom: het
leek of zijn stem, zijn lach, zijn oogop
slag de melodie van het leven hoorbaar
maakten' (11).
De Verbrande Pan
Vanaf 1921 vindt Gorter zijn vaste plek in
de 'Verbrande Panhoeve', zoals de bena
ming oorspronkelijk luidt. Het huis was
in 1910 gebouwd voor de pianiste Mary
Fokker (geboren 1881). De woonkamer
bevat nog altijd het verhoogde podium.
Het plan tot meer huizen voor welgestel-
den bestond. De verplichting die op de
volgende bouwer zou rusten, het aanleg
gen van een verharde weg, voorkwam -
zou men nu kunnen zeggen - een villa
dorp in de duinen. De familie Van der
Harst-Van den Honert wordt omstreeks
1917 eigenaar. Gorter krijgt de gastvrij
heid voor de periode buiten het zomersei
zoen gedurende een reeks van jaren.
Na zijn beroemde brochure aan het
adres van Lenin, waarin Gorter zich fel
kant tegen diens politiek, wendt hij zich
af van de internationale politieke strijd.
De dogmaticus Gorter is wars van elk
compromis, waardoor hij in het politieke
isolement raakt en binnen voortdurend
kleiner wordende splintergroeperingen
verzeilt. Daar is hij - gezien het oplaaien
de gekrakeel - ook niet gelukkig mee.
Een houding 'naar binnen', naar de
literatuur en de poëzie, kenmerken de
geconcentreerd werkende dichter van het
huis in de Verbrande Pan, waar hij behal
ve gedichten ('Diep in de duinen lag ik op
mijn bed', de beginregel van een sonnet
uit 1924, maar er is veel meer) zijn studie
'De groote dichters' schrijft. Hij ontvangt
vrienden. Onder hen de politicus Jacques
de Kadt, met wie hij onder meer over de
bewonderde Multatuli spreekt (12) en de
25 jaar jongere A. Roland Holst 1888-
1976). 'en als hij in zijn eenvoudig ver
trek, dat uitkeek op bomen en duinen, zat
aan de tafel waarop men niets zag dan een
vel papier, een flesje inkt, een boek met
stukjes papier tussen de bladzijden gesto
ken, dan gingen Homerus, Dante en
Chaucer bij hem in en uit, en hij vertelde
hun hoe het nu ging worden, de grote
poëzie - want al het andere kon hem niet
schelen' (13).
Aan zee, maar ook in Bergen, in het
voormalige Pension De Pelikaan aan de
Hoflaan, gebruikt Gorter de maaltijd,
vaak in het gezelschap van de jongere
dichter. 'Kom', luidt de aansporing van
Roland Holst (andermaal in een brief aan
zijn oom Rik, die als oude vriend van
Gorter waardering zal hebben voor de
erop volgende scherts) 'ik moet gaan eten
in 't warme burgerlijke kamertje van juffr.
van Steen' (14).
Roland Holst probeert Gorter te
bewegen het zomerhuis van zijn oom en
tante Schieveen Borgman-Roland Holst,
'de Sluis' aan de Sluislaan, te betrekken.
Gorters welzijn lijkt niet te worden be
vorderd door het vrij primitieve en geïso
leerde bestaan in de Verbrande Pan.
Aardig en volop getuigend van leven
en energie aan de kant van de veel oudere
Gorter zijn de herinneringen van H.
(Hans) Hornstra-Verwer (geb. 1911).
Vanuit Bergen aan Zee, waar zij hem
heeft ontmoet in het hotel van haar vader
(Trianon) begeeft zij zich dwars door de
duinen naar het Verbrande-Panhuis, waar
zij - om toch iets te vragen - water vraagt
om te drinken. Zij wordt binnengenodigd
door de hartelijke Gorter. Bij een andere
gelegenheid verzoekt hij haar te helpen
met het uit elkaar nemen van een bed met
bedspiraal dat naar beneden moet vanwe
ge de kou. De noodzakelijkheid van een
gezonde voeding wordt 's morgens vroeg
in de tram aan de jonge gymnasiaste uit
eengezet. Juist is Gorter binnengestapt,
halte 'De Franschman', of daar volgt zijn
ochtendcollege - een sterappel en een reep
Kwatta-chocolade bij de hand. Het detail
45