De wederopbouw van Bergen 1945-1950 Bronnen Interviews met ing. J.P. Blauw en B. Blokker. Regionaal Archief Alkmaar, Gemeente archief Bergen NH 1922-1969, inv.nrs. 1036-1060. Specie, maandblad voor ambtenaren in dienst van het College van Algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw, le jrg., nr. 1, april 1946. Ir. A. Waalewijn, Voorbereidingen voor waterstaatsherstel; Londen 1940-1945, publicatie 47 van de hoofddirectie van de Rijkswaterstaat, Den Haag 1987. Ir. A. Waalewijn, Achter de bres; de Rijkswaterstaat in oorlogstijd, Den Haag 1990. Semi-statisch archief ministerie van VROM, Den Haag, inventaris Weder opbouw 1940-1950, nrs. 2165-2173 en 2177. noordelijke strandafgang) voor 34.817 gegund aan NV Kennemerland te Hciloo. De uitvoering van dit deel zou een bebouwingsstrook direct op de eer ste duinenrij, westelijk van de boulevard, ontsluiten. Nadat hier de eerste woning was gebouwd (voor de familie Schmiedell, later werd de woning De Horizon ge noemd), kwam Rijkswaterstaat met een bouwverbod voor de overige geplande villa's. De ontwerpers van het Wederop- bouwplan waren niet op de hoogte ge bracht van het bestaan van het Rijkszee- weringsreglement. Bij de vaststelling van het plan is ook door Rijkswaterstaat niet tijdig aan de bel getrokken. Genoemd reglement houdt onder andere in, dat niet gebouwd mag worden binnen een zekere afstand gerekend vanaf de laagwa- tcrlijn. De geplande uitbreidingen vielen binnen deze strook. Eigenlijk is een ver minkt plan het blijvend resultaat. De derde tevens laatste fase van het Wederopbouwplan behelsde de verbin ding van de C.F. Zeilerboulevard bij de noordelijke strandafgang naar de ont moeting van de Julianalaan met de Ver- spyckweg. De uitvoering hiervan was in handen van de firma Gebr. Min te Bergen. Alleen de financiële voorbereiding en afhandeling van al deze plannen liepen via de Algemene Gemachtigde voor de Wederopbouw. Herstel en schadevergoedingen Door de schaarste aan bouwmaterialen zoals glas, stenen cn hout, waren de wederopbouwbureaus tevens belast met toewijzing hiervan. Het glasdicht maken van de huizen was één van de hoogste prioriteiten, maar eerste klas vlakglas (spiegelglas in vaktermen) was zo goed als niet voorhanden, zodat cnkeldik tuin dersglas werd verstrekt. Tot op de dag van vandaag bevinden zich in veel huizen nog enkele van deze ruiten, te herkennen aan beeldvertekening. De herbouw van de bebouwing in Bergen aan Zee verliep via de normale procedures van bouwvergunningen, vers trekt door de gemeente Bergen. De scha devergoeding voor de gesloopte panden werd vastgesteld aan de hand van nog bij de gemeente aanwezige bouwtekeningen en andere bescheiden. De schade aan de nog bestaande panden in Bergen en Bergen aan Zee was door taxateurs in een rapport per pand vastgesteld. Aan de hand hiervan werden de kosten van her stel vergoed. Was in eerste instantie scha devergoeding voor herstel van woningen slechts mogelijk onder overlegging van de rekeningen, later werd op grond van het taxatierapport uitgekeerd om zo tot een snellere afhandeling te komen. Medio 1949 was de schade voor het grootste deel hersteld, terwijl de distribu tie van bouwmaterialen was afgeschaft. Het bureau kon worden ingekrompen en verhuisde naar de Voordam in Alkmaar. P. Spijker vertrok 1 februari 1950 naar een andere baan; B. Blokker, die intussen benoemd was als hoofd Gemeentewerken Egmond aan Zee, trad daarnaast op als zijn plaatsvervanger. Op 1 juli 1950 werd het Koninklijk Besluit van 7 mei 1945 vervallen verklaard en het 'College van Algemeene Commis sarissen voor den Wederopbouw' opge heven. Hiermede kwam officieel een einde aan het herstel van schade door vijf jaar bezetting. Met schelpenkarretjes zoals hier afgebeeld werd in 1948 het puin van de in Bergen aan Zee gesloopte funderingen door Egmonder schelpenvissers afgevoerd (fotoarchief Piet Mooij, Bergen NH). 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1998 | | pagina 14