Uit het archief van de familie Leijen
Vanaf dit moment is niets meer van het
schip en Cornelis vernomen. Een half jaar
later betaalt de verzekering 6600 uit:
Last en Casco. Corver vraagt Jacob of hij
de uitbetaling liever in bankpapier heeft
of in 'baar goud'!
een sierlijke aanhef 'Sire' legde hij de
koning de familieomstandigheden uit en
waarom hij als 'suppliant' zich tot de
koning wendde en vrijstelling van artikel
144 verzocht.
Acht juni 1836 kwam de officiële brief
uit 's-Gravenhage met antwoord op de
'requeste' van Jacob Leijen te Bergen,
Noord Holland: 'Wij Willem, bij de
Gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-N assau, Groot-Hertog
van Luxemburg, enz, enz, enz. Ge
zien het rapport van Onzen Minister van
Justitie. Den Raad van State gehoord.
Hebben goedgevonden en Verstaan dat
requestrants Zoon Johannes Leijen, te
verleenen vrijstelling van art: 144 van het
Burgerlijk Wetboek en vergunning om
met Fronika Kaandorp, een wettig huwe
lijk aan tegaan; onder bepaling nogtans
dat die vrijstelling en het tengevolge
daarvan te voltrekken huwelijk, den
voornoemden Johannes Leijen, niet Zullen
bevrijden van Zijne verpligting tot de
Nationale Militie, voorzooverre hij zou
bevonden worden daaraan onderworpen
te Zijn. Wij hebben den officier van
den Burgerlijken Stand, ten dezen be
voegd, gemagtigd, om, van deze onze
vrijstelling, welke aan hem door den im-
petrant (Jacob) Zal worden vertoond, op
Zijne registers behoorlijke aanteekening te
houden terwijl de inhoud, op de
gewone wijze, aan den belanghebbende
Zal worden medegedeeld.-
's-Gravenhage den 8 Juni 1836
geteekendj Willem
Van Wege den Koning
(geteekend) G. Schimmelpenninck
Accordeert met deszelfs Origine
De Griffier ter Staats Secretarie'
Aangezien Jan vrijstelling voor de Militie
had, daar zijn broer het jaar ervoor ver
dronken was, stond hem geen beletsel in
de weg. Het huwelijk werd voorbereid en
8 augustus 1836 trouwde het stel. De pas
toor maakte tijdens de kerkelijke plech
tigheid in de oude Petrus en Pauluskerk
de opmerking: 'Jullie zijn je trouwgeld
niet weert...', hetgeen sloeg op de bleke
gezichten en de magere lijven van bruid
en bruidegom. Zij leefden echter lang en
gelukkig.
In 1863 bouwden zij het 'huis tegen
over de kerk' en gingen het wat rustiger
aan doen. In 1896 vierden zij hun 60-jari-
ge bruiloft in dat huis met velen, onder
anderen de pastoors Scheiberling en
Koevoet. Dit feest werd vastgelegd op de
toen zeer gevoelige plaat in een unieke
groepsfoto (zie Bergense Kroniek novem
ber 1996, blz. 28).
Een Koninklijk Besluit van 1836
Met het drama, zijn oudere broer
Cornelis in februari 1835 overkomen,
zag Jan Leijen (geboren in 1818) zijn toe
komst niet in de vrachtvaart. Dan liever
het vak van zijn vader Jacob, bakker te
Bergen. Het kwam
goed uit, hij kon
een 'bakkers-affai
re' in de Groote
Cornelis en Jan ontvingen op dezelfde dag het
Heilig Vormsel. Op hun gedachtenisprentje
schreef pastoor Huysick: bid voor mij.
Dorpsstraat over
nemen en in mei
aanvaarden. Als
een nette jongen
wilde hij dan eerst
wel trouwen.
Pastoor Huysick
zal hem dit mis
schien wel inge
fluisterd hebben.
Hij had al enige
tijd een vast
vriendinnetje,
Fronika Kaan
dorp, geboren in
Bergen in 1817 en
daar ook nog
steeds woonach
tig. Op dat ogen
blik was zij dus 18
jaar. En hier lag
het probleem, Jan
was pas 17.
Volgens de toen
nog vigerende Wet
Napoleon, artikel
144, moest de man
18 zijn en kon, bij
jongere leeftijd,
een wettelijk
huwelijk belet
worden. Burge
meester Van Vladeracken, om raad ge
vraagd, moest tot zijn spijt mededelen dat
een en ander niet onder zijn competentie
viel en ook jonkheer Barnaart, Heer van
Bergen, kon hier niet over beslissen. Aan
geraden werd de koning te schrijven of hij
Johannes dispensatie wilde verlenen.
Vader Jacob had geen probleem hier
mee, hij wilde zijn zoon en diens aan
staande graag helpen. Dus schreef hij 23
maart 1836 een fraaie brief (op gezegeld
papier) aan koning Willem I in 's-Graven
hage. Met verschuldigde eerbied en met
16