Hoe de telegraaf en de telefoon naar Bergen kwamen
Vanaf 1910 werden er heel wat telefoonpalen
langs de straten van Bergen neergezet. Iedere
abonnee had zijn eigen draad naar de telefoon
centrale in het nieuwe postkantoor. Op het dak
daarvan stond een ijzeren stelling waarlangs alle
draden binnen kwamen. De palen langs de
straten werden vaak door middel van schoren
vastgezet. Sommige palen, onder andere die
langs de Breelaan droegen wel 36 lijnen, die aan
porceleinen isolatoren werden vastgemaakt.
In 1923 maakte de PTT een begin met de aanleg
van ondergrondse kabels (foto: Breelaan hoek
Russenweg, collectie B.I.Min).
De eerste telefoonnummers
Toen de gemeente eind 1907 op verzoek van de PTT aan de ingezetenen vroeg wie een
rechtstreekse telefoonaansluiting van zijn perceel met een eventueel op te richten
hulptelefoonkantoor wilde, kwam er slechts één aanmelding. Maar toen in mei 1910
het nieuwe postkantoor in gebruik was genomen, ontstond er belangstelling. Dat jaar
werden, voor zover met behulp van de kantooragenda van directeur Fijn kon worden
nagegaan, de volgende telefoonnummers toegekend:
nr. 1 Raadhuis
2 Jacob van Reenen, Kranenburgh
3 J. Helsdingen, Oranje Hotel
4 L. Top, notaris, Breelaan
5 J.P. Kreb, Hotel Kreb, Breelaan
6 N. Modderman, Melkfabriek Wilhelmina, Bergerweg
7 A. van der Heijden, Kalkzandsteenfabriek, Kogendijk
8 St. Jozefstichting/Pensionaat St. Antonius, Loudelsweg
9 A.J. Bonda, De Berger Boekhandel Drukkerij, Oude Prinsweg
10 Dames van Gheel Gildemeester, Pension De Haemstede, Breelaan
12 Gebr. Hoogvorst, Eerste Berger Elektrische Vleeschhouwerij, Kerkstraat
Vooral zakenlieden lieten direct hun telefoonnummer afdrukken in advertenties en
dergelijke, vaak met de vermelding: tel.int. of tel.interc. (intercommunaal, hetgeen
hetzelfde was als interlokaal).
Nassau-Bergen, naar Brouwer in Bergen-
Binnen ging om te vragen of er voor hem
nog telegrammen waren ontvangen.
Brouwer tegen zijn vrouw: "Moeder, kijk
eens even op de schoorsteen". Ja hoor,
zes telegrammen! Voor ieder telegram
naar Bergen aan Zee fietsen en dan maar
60 cent ontvangen, was Brouwer te veel
gevraagd. Hij kreeg van Zeiler zijn zes
maal zestig cent, en toen deze wegging
hoorde hij Brouwer nog juist zeggen:
"Wat een zenuwachtig kereltje is dat".
Brouwer ook voor de telefoon
In 1907 voert Jacob van Reenen bespre
kingen met de inspectie Amsterdam der
Posterijen en Telegrafie over een betere
huisvesting van het kantoor (op kosten
van de gemeente). Het was inmiddels - in
1905 - omgedoopt in hulptelegraafkan-
toor. Te zelfder tijd worden voorberei
dingen getroffen voor de vestiging - ook
in Brouwers pand - van een telefoonkan
toor. Besloten wordt tot een verbouwing
van de woning en tot de inrichting, aan
de achterzijde van de winkel, van een
kantoor met wachtruimte en spreekcel.
De vestiging wordt in augustus 1908 offi
cieel als 'hulptelefoonkantoor' in gebruik
genomen. Het publiek moet - tegen de
zin van de inspectie - achterom via de
Kerkstraat lopen. Het kan aan het loket
telegrammen aanbieden en in de cel via
de aansluiting met Alkmaar interlokaal
12