Voorwoord In de winter van 1995/1996 hebben twee werkgroepen bestaande uit leden van de Historische Vereniging Bergen zich onder deskundige leiding bezig gehouden met een onderzoek naar het verleden van Bergen. De eerste groep richtte zich op Bergen rond het jaar 1900, de tweede op de Bataafs-Franse tijd (1795-1813). De vrucht van de inspanningen van die twee de werkgroep wordt in dit themanummer gepresenteerd. De Bataafs-Franse tijd vormt een ware waterscheiding in onze geschiedenis. In 1795 kwam een definitief einde aan de oude Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Franse revolutionaire legers onder leiding van generaal Pichegru trokken in januari van dat jaar over de toegevroren grote rivieren Holland bin nen. Op 18 januari nam de laatste stad houder, Willem V, de wijk naar Engeland. Vooruitstrevende elementen, die zichzelf patriotten ofwel ware vaderlanders noem den, grepen hun kans. Zij namen in het voorjaar van 1795 onder het motto 'vrij heid, gelijkheid, broederschap' de macht over. De zogenaamde Bataafse revolutie was een feit. Ook in de dorpen op het Noord- Hollandse platteland vond een wisseling van de wacht plaats. Conservatieve dorps regenten moesten het veld ruimen voor op democratische wijze door de burgerij gekozen bestuurders. De veranderingen bleven echter zeker niet tot de politieke sfeer beperkt. Er vonden bijvoorbeeld ook ingrijpende hervormingen in het onderwijs en de gezondheidszorg plaats. Jammer genoeg moesten deze vernieu wingen in een economisch minder gunsti ge periode worden doorgevoerd. De nieu we Bataafse Republiek was met handen en voeten aan Frankrijk gebonden en dat betekende oorlog met Engeland met alle gevolgen van dien voor handel, visserij en scheepvaart. Hierbij kwam dan nog de Engels-Russische invasie van het najaar van 1799. Bergen was tijdens deze invasie het toneel van bloedige gevechten. Pas in 1813, na de val van Napoleon, kwam aan de oorlogstoestand een eind. In de navolgende artikelen komen diverse facetten van de ontwikkelingen in Bergen in de roerige jaren 1795-1813 aan de orde. We beginnen aan de basis van het bestaan met de bijdrage van Marion Eisma-Donker over het economische leven en de bevolkingsontwikkeling. In het volgende artikel van de hand van Roosannie Kromhout staat de dorps politiek in de revolutiejaren 1795-1798 centraal. Het gaat daarbij niet alleen over de wijze waarop in Bergen inhoud aan de Bataafse omwenteling werd gegeven, maar ook om de reacties van de Berge- naren op de gebeurtenissen in Den Haag, het politieke centrum. Ada Gravina en Mignonne Dekker schrijven over respectievelijk het onder wijs en de gezondheidszorg. Zij staan onder andere stil bij de activiteiten van de in 1801 ingestelde onderwijsinspectie en de geneeskundige inspectie die rond 1805 begon te functioneren. Natuurlijk laten zij ons ook uitgebreid kennis maken met de schoolmeester, de chirurgijn en de vroedvrouw. In het laatste artikel, van de hand van John Grooteman, komt de schaduwzijde van de Bataafs-Franse tijd aan bod. Bergen had het zwaar te verduren door vorderingen ten behoeve van de krijgs macht. Bovendien moest het dorp voort durend aan grote groepen soldaten onder dak verschaffen. Na de landingen van de Engelsen en Russen in 1799 kwam het zelfs tot regelrechte plunderingen waar aan ook de 'bevriende' Bataafs-Franse troepen met graagte deelnamen. Diederik Aten projectleider van de werkgroep 'Bergen in de Bataafs-Franse tijd, 1795-1813'. In de onderwerpen van dit themanummer komen talloze begrippen voor waarvan ons na 200 jaar de juiste betekenis niet altijd duidelijk is. Achterin het nummer is daarom een alfabetische lijst met verklaringen van deze begrippen opgenomen. Ook een aantal moeilijke hedendaagse woorden wordt erin verklaard.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1998 | | pagina 3