Lancetten en verlostangen Walraven Graaff van den Bergh: een bemiddeld chirurgijn De nieuwe chirurgijn van Bergen was op 16 november 1774 te Hoorn geboren als zoon van Jan van den Bergh en Cornclia dc Graaff. Op zijn 22e studeerde Van den Bergh als chirurgijn en apotheker in Hoorn af. Na zijn benoeming in Bergen nam de jonge chirurgijn zijn intrek in een woning in de Kerkbuurt. Hij was ge trouwd met Sara Struuk; ze hadden een zoon en drie dochters. Het duurde even voordat hij officieel met zijn werk kon beginnen. Omdat hij ook een sollicitatie in Zutphen had lopen, moest hij, zodra hij zijn papieren daar vandaan terug had gekregen, deze met spoed aan dc Agent van Nationale Op voeding doorsturen. Pas na goedkeuring van dc agent mocht hij zijn beroep in Bergen gaan uitoefenen. De goedkeuring kwam op 7 februari 1801. Op 27 april van datzelfde jaar vroeg de pas aangestelde Van den Bergh een salarisverhoging van niet minder dan 100 gulden, maar omdat het toen met dc dorpsfinanciën zeer slecht gesteld was, besloot de municipalitcit dc salarisverhoging niet toe te kennen. Van den Bergh was welgesteld. In 1808 bijvoorbeeld werd hij in de belasting aangeslagen voor twee morgen land (circa 1,8 ha) 66 gulden cn voor een paard 33 gulden. Hij was ook eigenaar van 24 schapen, een aanzienlijk aantal als we be denken dat de grote boeren in de Berger- meer vaak niet meer dan zes schapen in eigendom hadden! Uit deze gegevens valt af te leiden dat Van den Bergh niet alleen chirurgijn was, maar er ook een boeren bedrijf op na hield. Nevenverdiensten waren nodig omdat van die twintig gul den per halfjaar niet te leven viel. Van den Bergh ging een grotere rol spelen in het dorpsleven toen hij op 17 mei 1806 tot een van de schepenen van Bergen benoemd werd. Verder komen wij zijn naam in de Bergense archieven vaak tegen in verband met openstaande reke ningen. Er was bijvoorbeeld een incident over de aan Klaas Barreman ingediende rekening voor geleverde medicijnen en medische hulp. In mei 1801 had Klaas zich bij een ongeluk verwond. Zijn been had een 'odimateuse' (oedcmatcuze, gepaard gaande met vochtophoping) zwelling opgelopen en zijn knicgewncht was opgezwollen. De situatie werd ern stig genoeg geacht om de hulp van de doctor uit Alkmaar in te roepen. Van den Bergh werd verzocht de doctor bij deze visite bij te staan. Klaas Barreman was armlastig en niet in staat de rekening van Dr. P. de Sonnaville (1765-1837), vanaf 1787 stadsdokter van Alkmaar. Tijdens de Bataafse republiek en de Franse tijd was hij lid van de raad van Alkmaar, lid van het provinciaal bestuur van Holland en lid van de geneeskundi ge commissie van het departement Holland. (Olieverf op paneel door Adr. de Visser. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar). gehoor zullen geven. Op 4 december 1800 wordt aan Puffius ontslag verleend omdat hij een aanstelling in Den Helder heeft gekregen. Opnieuw worden er advertenties in de Haarlemsche Courant gezet, de laatste daarvan verschijnt op 7 januari 1801. Drie chirurgijns reageerden op deze adverten ties, te weten W.G. van den Bergh uit Hoorn, F.G. Stolte, die werkzaam was in Urk en Obdam, en B. Cock. De sollicita tiecommissie gaf écn stem aan Cock en vier aan W.G. van den Bergh, waardoor deze de nieuwe dorpschirurgijn werd. Voor de relatie van de Sociëteit met de municipaliteit, zie artikel Het politieke leven in Bergen tussen 1795 en 1798, hoofdstuk De Burgersociëteit. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1998 | | pagina 36