c;7/fe,.
Bergenaren in hun strijd om het bestaan
"7
Roephoorn van de Bergense bulloper, circa 1800
ICollectie Gemeentemuseum Het Sterkenhuis.
Foto: Trees Staarink-Bruinsma).
En is vervolgens geresolveerd de Oudste Dorp's
Stier op de aanstaande Beemster Markt te ver-
koopen uit hoofde der Swaarte welke met 't rij
den der koeijen alhier te veel forceerd. en alsdan
weeder een pinken bul off Stier in plaats aan te
koopen; alsmeede dat nader bevonden is de
andere meede alsdan te moeten verkoopen en
twee jonge dito in plaats aan te zeggen.
NB. Dat zulks op de Beemstermarkt is geschied.
Zijnde de Oudste Dorps Stier verkogt voor
f 132.-.-. En Dandere zijnde een Vaerse Bul
gekogt voor 60.-.- (Oud Archief Bergen,
inv.nr.99, 15 juli 1795).
scherp. De landbouwboeren hadden min
stens zoveel koeien als de huisveeboeren,
terwijl omgekeerd veel veeboeren op de
zandgronden ook een paar stukjes bouw
land hadden.
De schotbocken geven ook de moge
lijkheid te tellen hoeveel vee er in totaal in
Bergen was en hoe dit bezit verdeeld was
over de bevolking (zie tabel 4 en grafiek 3).
Opmerkelijk is dat er na de invasie van
1799 wel een lichte terugval is te zien in
de veestapel, maar lang niet zo sterk als
men zou verwachten. Kennelijk werden
de verliezen weer snel aangevuld.
De aantallen koeien per eigenaar in
1801 zijn in beeld gebracht in grafiek 3.
(Onderzocht werd ook de verdeling van
het rundvcebez.it in de jaren 1776, 1792 en
1808. De verhoudingen lagen toen nau
welijks anders).
Maar liefst 14 van de 70 (20 bezit-
tb <ÓCI-
ar2^
tb. -/ z/ Jb,
Ath ztaS-üèr c.7z^>^ J
- .'V; a. - :kr TA zA>? ói1
OzJib'y ob^(7yy<>^ 1-tÉït7r~- b&ZjézES?f
f /<2iA<'e.} S<
j(fA
/As
ters van rundvee hebben maar één a twee
koeien op stal staan. Boeren met meer
dan vijftien koeien waren er niet veel. Het
grootste aantal koeien (27 stuks) in de
jaren 1776-1808 kwamen we tegen bij
Pietcr Kooijman in de Bergermecr.
Naast runderen werd er ook ander vee
gehouden. We kregen al een indruk van
de aantallen schapen uit de volkstelling
van 1807. Een statistickje tabel 5) uit de
jaren 1809 t/m 1812 geeft ons nog een
indruk van het bezit aan geiten en var
kens.
Geiten werden maar weinig gehouden
in Bergen. Bij de kleine bedoeninkjes op
de oude zandgrond zou je die eigenlijk
veel meer verwachten. Varkens waren er
in grotere aantallen. Voor de kazende
boeren was het mesten van varkens de
beste manier om de wei (het restantpro
duct van de kaasmakerij) nuttig te gebrui
ken.
De dorpsstier
In het Bergen van 1800, waar de hele eco
nomie dreef op de koe, was dc kwaliteit
van dc 'springstier' een onderwerp van
voortdurende zorg. Kunstmatige insemi
natie bestond nog niet en met een klein
aantal koeien per bedrijf was het houden
van een eigen stier niet lonend. Van
dorpswege werd daarom een aantal stie
ren gehouden, dat gehuisvest was in een
stal in Oostdorp. De verzorging was in
handen van de bullopcr met zijn knech
ten. De bulloper liep met een stier door
het dorp en blies daarbij regelmatig op
een hoorn om zijn nadering aan te kondi
gen. Deze hoorn bevindt zich nu in het
gemeentelijke museum Het Sterkenhuis.
Aangezien men één springstier reken
de per 200 a 250 koeien, zal Bergen twee
of drie stieren hebben gehad. Het hoorde
tot het werk van dc burgemeesters om
naar de Beemster Bullenmarkt te gaan om
een oude stier te verkopen en een jonge
stier (soms een pinkenbul) aan te kopen.
Ze zullen ongetwijfeld veel kritiek van
hun collega-boeren hebben gekregen voor