De ontwikkeling van het dorp kwam in
een stroomversnelling toen de Kerkbuurt
verder werd uitgebouwd en steeds meer
een centrum-functie ging vervullen. In
1901 /'02 waren de eerste zomerpensions
verschenen, te weten Erica, Hanca, Ken-
nemeroord en De Haemstede. Vrijwel
gelijktijdig met dc bouw van een nieuw
gemeentehuis (1903) en de aanleg van de
trambaan en de bouw van het station
(1905), werden de Stationsstraat en de Jan
Oldenburglaan aangelegd. Deze vormden
zich allengs tot winkelstraten. In 1910
werd het nieuwe postkantoor (architect
H.P. Berlage) geopend. De komst van
zomergasten nam belangrijk toe, toen in
1905 de tramlijn Alkmaar-Bergen en ver
volgens in 1909 de lijn naar Bergen aan
Zee in gebruik werd genomen.
VVV
In 1907 vond in het café van W. Veen-
huijsen (nu De Rustende Jager) de
oprichting plaats van de VW (Vereniging
ter bevordering van het Vreemdelingen
Verkeer). De eerste voorzitter werd de
kunstschilder Jaap Veldheer. Dat was
tegen zijn zin, want zo zei hij: 'Ik zal
steeds het behoud van het eigenaardig
schoon van Bergen primair blijven stellen
en ik geloof niet, dat dit zal kunnen
samengaan met de functie van voorzitter
van de VW'. Tot ere-voorzitter werd
burgemeester Jacob van Reenen
benoemd. Een programma van actie werd
aangenomen, aan de hand waarvan de
nieuwe vereniging zich meende te moeten
gaan inzetten. Begonnen werd met 39
leden, welk aantal snel groeide.
Kunstenaarsdorp
Sfeer en karakter van het dorp wijzigden
zich nog meer, toen kunstenaars zich in
Bergen gingen vestigen. De kunstschilders
J.M. Graadt van Roggen en J.G. Veldheer
waren de eersten. Beiden lieten in 1902
een huis bouwen aan de Russenweg,
respectievelijk Berkenhoeve en Oudt-
burgh genaamd. Zij werden gevolgd door
de beeldhouwer Tjipke Visser, die even
eens Bergen als woonplaats koos. En het
duurde vervolgens niet lang, of de
Bergense kunsthandel van P.J. Brouwer
(in het huis met de klokgevel, op de hoek
De tekenklas van de kweekschool voor onderwij
zeressen van het St. Antonius-pensionaat Ifoto
archief Piet Mooij, Bergen NH).
van de Kerkstraat en de Raadhuisstraat,
thans een deel van Het Huis met de
Pilaren) adverteerde met een permanente
tentoonstelling met werken van dc drie
genoemde kunstenaars. Hoe vervolgens
na 1910 een groep kunstenaars zich in
Bergen is gaan vestigen wordt beschreven
in het bock In en om de Bergensche
School van de journalist D.A. Klomp, dat
in 1943 werd uitgegeven en vervolgens
door de bezetter werd verboden. Het
ging niet over arische kunst, maar over
revolutionaire jongere kunstenaars onder
wie A. Colnot, D.H.W. Filarski, Leo
Gestel en de gebroeders Wiegman, die de
Haagse School achter zich lieten en als
vernieuwers de grondslag van de Bergense
School hebben gelegd. Zij waren revolu
tionair in die zin, dat zij zich los wilden
maken van het kapitalisme en uitsluitend
schoonheid beoogden te scheppen met
behulp van de natuur. Het boek beschrijft
voorts, hoe de in 1916 naar Bergen geko
men kunstverzamelaar P. Boendermaker -
hij woonde aan de Loudelsweg in huize
De Klomp - met zijn vele aankopen nauw
verbonden was met de kunstenaars, hen
Het nieuwe raadhuis, waarvan de eerste steen
werd gelegd op 77 november 1902, was ge
bouwd door de Bergense aannemer J. Tuinman.
De architect was J.A.G. van der Steur uit
Haarlem. Het gebouw bood zoveel ruimte, dat
mevrouw M. van Reenen-Völter er op de eerste
verdieping twee stijlkamers kon inrichten. Een
eerste aanzet tot de museumverzameling, thans
in Het Sterkenhuis (fotoarchief Piet Mooij,
Bergen NH).
9