Bergen voor en na 1900, een breed overzicht
auto's op straat. In een dorp zoals Bergen
in die dagen nog was, lag het voor de
hand, dat de toename van het autoverkeer
slechts heel langzaam zou verlopen. Toch
wel onveilig, want het toenmalig gemeen
tebestuur vond het na enkele jaren kenne
lijk gewenst om het auto- en fietsverkeer
enigszins aan banden te leggen en zo
werd in 1912 een gemeentelijke verorde
ning uitgevaardigd 'regelende het verkeer
van rijwielen en motorrijtuigen op de
wegen gelegen in de bebouwde kom der
gemeente Bergen'. De maximum snelheid
werd daarbij op 15 km per uur gesteld.
Met de toename van het autoverkeer
kwamen in de jaren twintig ook de auto-
vrachtdiensten op. Voordien waren er
enkele vrachtdiensten met paard en
wagen. Voor Bergen waren vrachtdien
sten ook niet direct zo nodig, want begin
1900 werd er met twee schepen een recht
streekse en regelmatige beurtvaartdienst
geopend op Amsterdam.
Van oudsher begon de verbinding
ren de schepen vanaf het haventje aan de
Schapenlaan naar hun ligplaats aan de
Amsterdamse Singel en terug. Tot 1933
bleef deze scheepvaartverbinding bestaan.
De laatste schipper was Willem van der
Steen, die toen eveneens een autovracht-
dienst begon.
Bouwkundige ontwikkelingen
Naast deze veranderingen kenmerkte
Bergen zich in de regio, zelfs in den
lande, door de bouw (in 1903) van het
St.Antoniusgesticht, waarvoor een 32 hec
taren groot terrein, liggend aan de zuid
kant van de Loudelsweg, was aangekocht.
Het omvatte het klooster van de Zusters
Ursulinen, schoolgebouwen en het zoge
naamde pensionaat. Dit pensionaat was
bestemd voor 'meisjes uit den netten bur
gerstand'. Menig oudere Bergenaar zal
zich die pensionaires wel herinneren. Hoe
zij groepsgewijs in rijen door het dorp
wandelden met zowel in de voorste als de
achterste rij de zusters in hun zwarte
Het pensionaat St. Antonius aan de Loudelsweg
met links de woning van de rector, 1908. Het
gebouw bevatte toen een kweekschool voor
onderwijzeressen, een lagere school en het pen
sionaat (fotoarchief Piet Mooij, Bergen NH).
over water met Alkmaar bij de Veersloot,
langs de Bergerweg gelegen, vlakbij de
Veerhoeve (hoek Nesdijk). Vanaf de 16e
eeuw kon daarbij gebruik gemaakt wor
den van de Bergerringvaart, die zoals
bekend tot bij de stad Alkmaar loopt (7).
Tot 1919 was het vertrekpunt van de
schepen dan ook gelegen aan 't Veer aan
de Bergerweg. In genoemd jaar echter
werd dit gewijzigd en werd het vertrek
van de schepen verplaatst naar Zanegeest,
naar het 'Bergense Haventje' zoals het
begin van de Schermersloot aan de
Schapenlaan werd genoemd. Die
Schermersloot was heel belangrijk, want
deze wat bredere waterloop vormde
indertijd de verbinding tussen dit haventje
en het Noordhollands Kanaal, richting
Alkmaar en Amsterdam. Regelmatig voe-
habijten. Later werd er nog bijgebouwd,
onder meer de St.Ursulaschool (een lagere
school), de landbouwhuishoudschool en
de koepelkapel. In 1927 volgde aan de
oostkant van het terrein de bouw van het
Retraitehuis. Het was een dorpje op zich,
dat jarenlang bestond uit ongeveer 500
personen, zo'n 150 zusters en 350 pensio
naires. En dat dorp was min of meer 'self
supporting'. Er was een eigen bakkerij,
een boerderij met een flinke veestapel,
eigen vleesverwerking en inmaak. En een
grote tuin met groenten, zelfs een kas,
maar ook met een groot stuk siergewas.
Nadat de internaten overbodig en dus
opgeheven werden, zijn in de jaren
negentig alle gebouwen gesloopt en is
thans op het voormalige kloosterterrein
een nieuwe woonwijk verrezen (s).