slechts bescheiden toegerust. De hele uit rusting stond in een houten schuurtje en onder een afdakje, naast het derde par keerterrein. De 'strijdmacht' bestond in 1925, na een reorganisatie (ook toen al) uit vijf man, te weten drie brandmeesters en twee brandweerlieden. Er waren dus meer opperhoofden dan indianen! Ze hebben niet vaak hoeven uit te rukken en als dit al nodig was, ging het meestal om kleine bosbrandjes. Een klein uitstapje naar de jaren dertig brengt ons bij een schoorsteenbrand in het Zeehuis. Dat was uitrukken geblazen. Maar eerst de sleutel halen bij Mosk! Halverwege de Juliana- laan zakte de handkar, waarop de slangen en dergelijke lagen, in elkaar. De houten wielen waren dusdanig aangetast door houtworm dat ze voortijdig de strijd op gaven. Dit alles tot grote hilariteit van de nieuwsgierigen. De slangen en overige spullen moesten op de fiets verder ge transporteerd worden. Nabeschouwing Vergeleken met de dag van vandaag be schikte Bergen aan Zee in de jaren twintig en dertig, ondanks het kleinere inwoner tal, over veel meer gevarieerde faciliteiten. Het was een klein, maar wel een volwas sen dorp. Je kon er voor meer zaken terecht dan tegenwoordig. Het toerisme bloeide, onder andere omdat buitenlandse vakanties voor velen te duur waren. De opzet van de familie Van Reenen om van Bergen aan Zee een bloeiend toeristencen trum te maken, met een kern van vaste bewoners, is zeker geslaagd. De noodzaak tot schaalvergroting leidde er later echter toe, dat veel middenstanders moesten stoppen. Ondanks de groei van het aantal inwoners trad daarmee ook een verarming op, die ons kan doen afvragen, of het in dat opzicht wel allemaal zo veel beter geworden is. Het zogenaamde tentenstrand in Bergen aan Zee, circa 1924. Opvallend zijn de uniform uitge voerde 'streeptenten' (fotocollectie Herman Roos). 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 33