Het ontstaan en de ontwikkeling van Bergen aan Zee
bedroeg toen 110. Hierbij zijn de loodsen
en werkplaatsen aan de Witteweg en
diverse gebouwtjes in het Parnassiapark
niet inbegrepen. Uiteraard groeide met
het huizental ook de vaste bevolking.
Bergen aan Zee telde:
eind 1908 - 2 gezinnen en 6 personen
|909 - 3 "8
1910- 5 18
1911 - 8 27
1912 - 13 58
1915 - 18 70
1920 - 25 "107
De aantallen bleven in de jaren dertig
schommelen rond de honderd inwoners
en dertig families. Geleidelijk kwam er,
met het stijgen van het inwonertal ook
een uitgebreider bestand aan winkels.
Winkels en bedrijven
Na de hotels en pensions verscheen als
eerste groenteboer-tuinder Groenland,
die in 1912-1913 adverteerde met le kwa
liteit groenten, 'gekweekt in onbesmetten
duingrond'. Daarop volgde in 1913 de
brood-, koek- en banketbakkerij De
Spoorklok van D. Roos. Een jaar later
kwam er een kantoorboekhandel in het
woon/winkelhuis Aurora van de heer D.
Haasbroek op de hoek van de Zeeweg en
de Van Hasseltweg. In 1916 opende krui
denier N. Aardema een winkel in Huize
Jeanette (later Stormvogel). In 1924 werd
de winkel overgenomen door de heer
Houtman. De tabakswinkel van J. Mosk
werd in 1924 geopend, hetzelfde jaar
waarin Kuitwaard een stalhouderij annex
garage begon en Stekelbos een fruithandel
startte.
De horeca groeide uiteraard ook.
Hotel Nassau-Bergen werd diverse malen
uitgebreid, om in 1920 haar definitieve
vorm te krijgen. Bakkerij De Spoorklok
opende een lunchroom en hotel Bakhuis
breidde eveneens uit. De kruidenier en de
fruitwinkel verhuisden in 1929 naar nieu
we panden in de Julianalaan. In 1931
opende schildersbedrijf Kooij de deuren
en vestigde kunsthandel Hopman uit
Bergen er een filiaal. De heer Lek nam de
boekwinkel over. Twee jaar later werd
een melkzaak annex ijssalon geopend. In
1934 nam Den Haan bakkerij De Spoor
klok over, die werd voortgezet aan het
eind van het winkelstraatje. De oude bak
kerswinkel werd omgebouwd tot ijssalon.
Er kon in Bergen aan Zee inmiddels aar
dig aan de eerste levensbehoeften worden
voldaan. Een slager had zich echter nog
niet gevestigd. De middenstand dreef
uiteraard voor een groot deel op de toe
risten, de badgasten.
Toerisme
De badgasten waren eigenlijk al van meet
af aan aanwezig, bijvoorbeeld in de hotels
en pensions, maar er werden ook particu
liere woningen verhuurd. Verhuren was
lucratief, het werd bijna een toverwoord.
Zelfs de veldwachter, die toch niet
bepaald royaal gehuisvest was, deed er
aan mee. Uit de gastenlijst van 1921 bleek
dat er in dat jaar acht badgasten in zijn
huis vertoefden. Waar zou de man zelf
Een nog kaal
Russenduin van
129.700 vierkante
meter (fotocollectie
Herman Roos).
30