en 240 per jaar, wat weer minder was
dan de rente voor een lening om een buis
te leggen van Koedijk naar Bergen wan
neer de fabriek in Koedijk gebouwd zou
worden.
Gas versus elektra
De elektriciteitsbedrijven stuurden ook
offertes en de bewoners zaten evenmin
stil. Er kwamen lijsten met inwoners die
een gasaansluiting wilden hebben en een
lange lijst van mensen die kolengas prefe
reerden boven elektra. Op 13 oktober
1910 ging burgemeester Van Reenen naar
Alkmaar om te onderhandelen over de
levering vanuit de gasfabriek aldaar. Ook
ging hij naar Raamsdonkveer om daar de
elektrische centrale te bezichtigen. De
keuze tussen gas en elektriciteit speelde in
veel gemeenten en hield de gemoederen
danig bezig. Elektriciteitsbedrijven lieten
rapporten verschijnen, waarin de voorde
len van elektriciteit werden uitgemeten.
Bijvoorbeeld over het gebruik van elektri
citeit in Aerdenhout. Maar ook gasge-
bruikers lieten zich niet onbetuigd.
'Vrouwen van vletterluiden te IJmuiden
wisten precies uit te rekenen hoeveel een
metaaldraadlamp per jaar kostte; in
Aerdenhout konden ze dat blijkbaar niet.
Een 60 W lampje met een levensduur van
1000 uur kostte 3 per jaar.'
In 1911 besloot de gemeenteraad geen
eigen gasfabriek op te richten vanwege
het geringe aantal inwoners (2247). Na
lang wikken en wegen richtte men tot de
buurgemeente Alkmaar het verzoek de
Bergenaren van het Alkmaarse stadsgas te
willen voorzien. Met de raadsbesluiten
van 26 oktober en 11 december 1923
werd aan Alkmaar concessie verleend
voor aanleg van het distributienet voor de
gaslevering. Ter verdere uitvoering daar
van kocht het Alkmaars gasbedrijf een
stukje grond op de hoek van de
Loudelsweg en de Dorpsstraat om daar
een dienstwoning met kantoor, meterka
mer en werkplaats te stichten (de geplan
de gashouder werd niet geplaatst). Dit
verklaart de straatnaam 'Gasweg' alsook
het feit dat alleen hier twee gaslantaarns
voor straatverlichting dienden. Behalve
deze twee lantaarns heeft Bergen nimmer
gaslantaarns voor straatverlichting in
gebruik gehad.
Uiteindelijk kwam er in 1913 een aan
sluiting op het elektriciteitsnet. De
stroom werd geleverd door de Kennemer
Electriciteits Maatschappij te IJmuiden,
later het PEN in Bloemendaal. De ver
zoeken om elektrische straatverlichting in
Bergen stroomden binnen. Tientallen
bekende Bergenaren hebben hun naam
gezet. Vaak werden 'zweeflampen'
geplaatst, dat waren lampen, die aan een
draad hingen die was bevestigd tussen
twee palen aan weerszijden van de weg.
De gemeente was ook hier weer terug
houdend. Het werd al snel te duur. In
diezelfde periode moesten tenslotte ook
de wegen bestraat en verbeterd worden en
was vooral ook de riolering aan de orde.
Grote bedrijven hadden in die tijd vaak
een eigen verlichtingssysteem, met bij
voorbeeld petroleum of acetyleengas.
Luchtvaart
De eerste keer dat de vliegerij in Bergen
officieel aan de orde werd gesteld was in
1920. Het college van B. en W. stuurde
toen een brief aan de commandant van
het vliegkamp De Kooij in Den Helder.
B. en W. vonden het gevaarlijk voor de
Hoef en in Alkmaar. Deze vluchten met
passagiers boven Alkmaar en omgeving
werden zowel in augustus 1920 als in
augustus 1921 gemaakt.
In 1921 waren klachten binnengeko
men over militaire vliegtuigen, die laag
over het strand vlogen. De order van de
commandant van De Kooij werd dus niet
altijd strikt nagekomen.
Op 2 december 1930 landden twee
Pander-vliegtuigen op het strand. Dit
hield verband met het plan tot stichting
van een vliegveld voor sportvliegtuigen in
Bergen aan Zee.
badgasten, dat een militair vliegtuig een
landing gemaakt had op het strand bij
Bergen aan Zee. De commandant ant
woordde dat het een noodlanding was
geweest. Hij wist het uit de eerste hand,
want hij had zelf in het toestel gezeten.
Hij zegde toe een order uit te vaardigen
tegen het landen binnen een kilometer
van de badplaats en tegen het overvliegen
op minder dan 200 meter.
Eveneens in 1920 kreeg de gemeente
een verzoek van de Eerste Nederlandsche
Luchtreederij te Alkmaar om enkele pas-
sagiersvluchten te mogen maken. Zij had
den twee machines beschikbaar van het
type Albatros B III (ex-bommenwerpers).
De vliegers waren instructeurs uit de
Eerste Wereldoorlog. De toestellen ston
den op het vliegterrein in Egmond a/d
Berger Ham: Wie over het rijwielpad
door de polder naar Alkmaar fietst, ziet
net over het bruggetje aan de linkerkant
een sloot met een iets verhoogde dijkdie
met een slinger door het land loopt en 400
meter verder weer aansluit aan de
Vaartdijk. Daartussen ligt de Berger
Ham. De duiker begint halverwege, waar
aan de rechterkant van het fietspad een
kolkje is. Deze Ham ligt in de Sluispolder
maar wordt door de Bergermeerpolder
bemalen.
Eerste
Nederlandsche
Luchtreederij. Op de
foto waarschijnlijk de
passagiers van de
eerste vlucht op 29
augustus 1920, te
weten mevrouw
Gilhuijs en de heer
Han de Jong (foto
Regionaal Archief
Alkmaar).
23