De modernisering van de infrastructuur
E. Groenewoud
Er zijn in de geschiedenis van Bergen
geen twee opeenvolgende decennia waar
in zoveel veranderd is als in de periode
1900 - 1920. Het gemeentebestuur kreeg
de gigantische taak te zorgen voor een
groot aantal technische voorzieningendie
thans meestal onder de term 'infrastruc
tuur' worden gerangschikt. De belangrijk
ste waren de aanleg en het onderhoud
van wegen en waterwegen, de aanleg van
riolering, straatverlichting, gas en electrici-
teit en de drinkwatervoorziening. In die
zelfde tijd kwam de tram en nam het auto
verkeer toe. Daarnaast waren er de sociale
problemen, onder meer het verbeteren
van de leefomstandigheden.
Inleiding
De veranderingen die in het begin van
deze eeuw plaatsvonden op het gebied
van de infrastructuur vergden veel inspan
ning, zowel van het gemeentebestuur als
van de uitvoerenden. Veel moest beslist
worden door mensen voor wie het alle
maal nieuw was. Alles liep door elkaar; er
ontstond een enorme briefwisseling met
mensen en gemeenten die al ervaring
opgedaan hadden of juist hierom vroegen.
Als je dan ziet hoeveel dat allemaal kost
te, vraag je je af waar al dat geld vandaan
kwam. Wel was het arbeidsloon veel
lager, maar dat werd teniet gedaan door
relatief enorm hoge materiaalprijzen. Bij
de behandeling van de hieronder volgende
onderwerpen is veel gebruik gemaakt van
gegevens uit de gemeentearchieven. Op
vallend daarin is de onduidelijkheid over
straatnamen. Zo werd door de gemeente
Bergen de tegenwoordige Bergerweg aan
geduid met Alkmaarseweg of Schelpweg
naar Alkmaar, terwijl dezelfde weg door
het polderbestuur Meerweg genoemd
werd.
De hoeveelheid te onderzoeken mate
riaal was overstelpend, te veel om volledig
door te werken en er zullen in de toe
komst zeker meer feiten naar boven
komen.
Wegen: aanleg en onderhoud
Toen in 1564/1565 de Bergermeer droog
viel, kwam er al gauw een pad naar
Alkmaar. Dit was de voorloper van de
Bergerweg. Door verharding, onder ande
re met puin en steen van het huis Ramp,
werd de weg langzaam verbeterd. In 1830
was er een plan de weg te bepuinen en te
beschulpen (storten van schelpen), maar
de beloofde subsidie van het Rijk a
5.000 ging aan Bergens neus voorbij
door de Belgische onlusten! In 1889 was
er een aanbesteding voor het afronden
van de Berger schelpweg waarvoor
ingeschreven kon worden tot 23 decem
ber van dat jaar. In die aanbesteding
stond onder andere dat zand 's avonds
'verweiderd' moest worden, maar niet in
de sloten gestort mocht worden. De weg
moest binnen drie maanden klaar zijn. De
kosten van dit alles zouden bestreden
worden uit opbrengsten van de tol (in de
bocht van Pesie). In 1880 was door het
provinciaal bestuur toestemming tot tol
heffing verleend, die telkens weer voor
een paar jaar verlengd werd. Men sprak
toen van de Alkmaarseweg. In 1895 het
het gemeentebestuur uitdrukkelijk aan het
provinciaal bestuur weten dat het tolgeld
niet gebruikt werd ter stijving van de
gemeentekas, maar voor het onderhoud
van de weg. De Bergermeer (waterschap)
had een bijdrage van 125 per jaar voor
onderhoud toegezegd.
In 1899 ging er een nieuwe fase van
start: de grindweg (thans Oude Berger
weg) van Maschmeyer tot Groot, onge
veer van de Loudelsweg tot de D.A.
Klompweg (circa 350 m), werd bestraat.
In 1901 werd opnieuw 300 m bestraat in
zuidelijke richting. In het midden van de
grindweg was een zogenaamd paardenpad
van klinkers of steen, om uitlopen van de
grindweg te voorkomen. Om de weg vol
ledig te kunnen bestraten, moest dit pad
uitgebroken en de ondergrond losgehakt
worden. Op een laag van zes cm zuiver
zand werd dan de bestrating aangebracht.
De breedte was gelijk aan die van de
Dorpsstraat (zes meter). De kosten van
dit alles bedroegen éénhonderd en vijftien
cent per meter! De aannemer was Jac.
Min.
In maart 1903 ontstond er onenigheid
over de Bergerweg met de dijkgraaf van
de Bergermeer. De dijkgraaf wilde de gras-
Bergerweg met paardenpad in het midden)
nabij de tol, 1901. Links het tolhuis, midden het
woonhuis en rechts het polderhuis waar de
molenaar woonde en waar het polderbestuur
vergaderde. Deze drie huizen staan er nog
steeds, iets voorbij de tegenwoordige speeltuin
'de Batavier' (fotoarchief Piet Mooij, Bergen NH).
16