Bergen voor en na 1900, een breed overzicht De Berger Kunsthandel moeilijk de uitleg worden gegeven, zoals Klomp doet in In en om de Bergensche School en Roland Holst in Bezielde Dorpen. Immers, liet is dan zoveel later in de tijd; er is geen sprake meer van 'mijn dorpjen klein' (uit: Het liedje van den Bergenaar van M. van Reenen-Völter) en van 'het eigenaardig schoon van Bergen' (uitspraak kunstschilder J. Veldheer). Nieuwbouwwijken, een hoger inwoner tal, toenemend verkeer en recreatiedruk hebben het landelijk karakter en het natuurschoon veel geweld aangedaan. Hieromtrent is eveneens van Roland Holst een uitlating bekend: 'Bergen, het dorp, dat door vooruitgang, achteruit gaat'. Het Van Reenenpark Alvorens nu de verdere uitbouw van het dorp te beschrijven, kan niet onvermeld blijven dat er een renbaan in Bergen heeft bestaan. Nog voor het jaar 1900 verklaar de burgemeester Jacob van Reenen zich op verzoek van de Kennemer Sportclub bereid grond te verpachten in het bosge bied noordwestelijk van de Kerkbuurt, waar de sportclub het plan had om op een renbaan draverijen te organiseren. Dit plan kwam tot uitvoering, de baan werd aangelegd, er kwamen stallen voor de paarden en eenvoudige tribunes; al spoe dig werden er harddraverijen op deze ren baan gehouden. Het bleek, dat de liefheb bers van paardenrennen in ruime mate belangstelling hadden voor de Berger baan en de drafsport werd er druk beoe fend. De renbaan heeft evenwel maar betrekkelijk kort bestaan, want na ver loop van tijd werd er een wet aangeno men, die het wedden op de harddravers danig beperkte, zelfs zo, dat de animo voor het voortzetten van de paardenren nen er niet langer was. Jacob van Reenen zegde de pacht op en verkocht de grond aan de Bouw- en Bouwgrond Maat schappij Bergen-Binnen (BBMBB) Dit bedrijf beoogde er landhuizen te bouwen. Welgestelde inwoners van Alkmaar en Amsterdam vormden de doelgroep die zij op het oog hadden. Bergen was een aan trekkelijke plaats voor renteniers en forenzen. Weldra verschenen de eerste villa's als aanzet voor een villapark, ruim aangelegd met straten als Beukenlaan, Kastanjelaan, Prinsesselaan en Boslaan. Later kreeg het complex de naam Van Reenenpark. Uitgezonderd werd evenwel het middenterrein van de voormalige ren baan, waarvan Van Reenen eigenaar bleef. Hij bestemde dit terrein voor het inrich ten van een hertenkamp. Volgens een aan steeds steunde en daardoor veel heeft bij gedragen aan de ontwikkeling van de Bergense School. Hij liet in 1928 een grote expositiezaal bouwen, de Kunstzaal Boendermaker. Veel later heeft daar de kunstenaar Lucebert een lange periode (tot zijn dood in 1994) zijn atelier gehad. Overigens vestigden zich ook andere kunstenaars in Bergen, onder wie in 1911 Herman Gorter, die aanvankelijk en pen sion in Bergen aan Zee verbleef, maar vanaf 1920 het huis in de Verbrande Pan bewoonde. In 1913 volgde C.S. Adema van Scheltema in huize De Windroos, aan de weg die naar hem is genoemd en in 1918 A. Roland Holst, die een huis liet bouwen aan de Nesdijk, waar hij tot zijn vertrek naar Frankenstate in 1967 bleef wonen. Roland Holst heeft zich uitge sproken over de trek van vele kunstenaars naar oude, kleine dorpen. In zijn opstel Bezielde Dorpen, geschreven voor en bij het tienjarig bestaan in 1957 van het Kunstenaars Centrum Bergen, geeft hij aan: 'Het is daarom wel te begrijpen, dat tegen het eind van de vorige eeuw, toen in de steden de wereld in steeds scherper tegenspraak kwam met het leven, vele kunstenaars de wijk namen naar buiten, 'naar de natuur', zoals dat heette, en dus naar een of ander schoongelegen en bij voorkeur oud en klein dorp, waar de ont vluchte wereld nog maar nauwelijks aan dacht aan schonk.' Naar de natuur dus. Rond de eeuwwisseling gold dit ook voor Bergen. De bedoelde natuur was er nog optimaal: een landelijk boerendorp, gele gen in een gevarieerd landschap van zee en strand, bos en duin met een rijke flora en fauna en het groene polderland met het zwart-bonte vee, het was 'puur natuur'. Het blijkt dat ook in de jaren daarna tot aan de huidige dag kunstenaars naar Bergen blijven komen, zowel dichters als schrijvers, beeldende- als toonkunste naars. Nochtans kan aan hun komst nan P. J. BROUWER, Raadhuisstraat, BERGEN. 'ermanente Tentoonstelling van werken an de Heeren J. M. Graadt v. Roggen, J. G. Veldheer, Tj. Visser. TOEO-ANTQ VEIJ! De Russenweg, met de twee voor de kunste naars J.M. Graadt van Roggen en J. Veldheer gebouwde villa's, die daar de eerste zichtbare tekenen vormden van de grote trek van kunste naars naar het voor hen zo aantrekkelijke dorp Bergen. De toenmalige inwoners begrepen er niets van dat die twee hun huizen zo ver uit het centrum van het dorp gingen bouwen (fotocol lectie Regionaal Archief Alkmaar). 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 10